Ridouan Taghi is afgelopen nacht in Nederland geland. Hij is woensdag Dubai uit gezet en werd om veiligheidsredenen onder begeleiding van de Nederlandse politie overgevlogen naar Nederland, meldt het OM.
De autoriteiten in Dubai hadden de Nederlandse politie verzocht hem op te halen. De 41-jarige hoofdverdachte van het Marengo-proces is met een chartervliegtuig naar Nederland gevlogen. Hij landde iets na vijven op de Vliegbasis Eindhoven. Deze basis van de Luchtmacht ging daar speciaal voor open.
Taghi zit in de zwaarbeveiligde gevangenis in Vught en wordt vandaag voorgeleid bij de rechter-commissaris. Zijn advocaat Inez Weski zei in een eerste reactie dat ze zeer verbaasd is over de uitzetting. "Normaal mag je niet worden uitgezet als sprake is van een uitleveringsverzoek", zegt ze tegen de NOS. "Men heeft hoe dan ook recht op een proces, ook als het gaat om een ongewenstverklaring en een uitzetting. Hij is gewoon op het vliegtuig gezet, zonder toegang tot een raadsman of rechter."
Hoofdofficier van justitie Fred Westerbeke zei in het NOS Radio 1 Journaal dat nog geen sprake was van een uitleveringsverzoek. Dat was nog "in voorbereiding".
Andermans bevelen
Weski vraagt zich af wat de Nederlandse autoriteiten de afgelopen maanden met Dubai hebben besproken. "Kennelijk zijn ze andermans bevel gaan uitvoeren", zegt ze over de Nederlandse politiebegeleiding. Weski liet in oktober weten dat ze stopte met de verdediging van Taghi in het Marengo-proces, maar dat ze wel zijn advocaat bleef.
Hoofdofficier Westerbeke wil niet ingaan op de uitlatingen van Weski. "Wij denken dat het allemaal goed uit te leggen is. Het is aan de rechter om te zeggen hoe het is verlopen. We hebben er alle vertrouwen in."
Nadat Taghi maandag in een villa in Dubai werd opgepakt, zei Westerbeke al dat hij verwachtte dat het niet lang hoefde te duren voordat Taghi in Nederland zou zijn. "Maar dat het zo snel zou gaan, kon ik toen ook niet bevroeden."
Taghi wordt onder meer verdacht van betrokkenheid bij verschillende liquidaties. Ook wordt hij gezien als kopstuk in de cocaïnehandel.