Cao-akkoord in basisonderwijs; 4,5 procent loon erbij, maar acties gaan door
Na een jaar steggelen is er een cao-akkoord in het basisonderwijs. Onder leiding van bemiddelaar Mariëtte Hamer zijn de vakbonden en de werkgevers het eens geworden over een loonsverhoging van 4,5 procent voor al het onderwijspersoneel, dus leraren, schoolleiders, onderwijsassistenten en ander onderwijsondersteunend personeel, zoals logopedisten en conciërges. Daarnaast krijgen zij een eenmalige uitkering van 33 procent van hun maandloon en een eenmalig bedrag van 875 euro.
De cao gaat in op 1 januari. Dat er nu een akkoord ligt, betekent niet dat de aangekondigde staking van 30 en 31 januari van de baan is. De vakbonden AOb en CNV Onderwijs zeggen dat de staking gewoon doorgaat. "We hebben dit akkoord gesloten omdat er geld op de plank ligt, dat moet naar het onderwijzend personeel. Maar er is nog steeds structureel geld nodig, en daarom gaan wij gewoon staken."
Minister Slob van Onderwijs stelde eerder structureel 285 miljoen euro en eenmalig 150 miljoen euro in het vooruitzicht als er een cao-akkoord kwam. Die miljoenen zijn nu gebruikt voor de loonsverhoging en de eenmalige uitkeringen.
De werkgevers en bonden zeggen zich te realiseren dat een nieuw akkoord de loonkloof tussen basis- en voortgezet onderwijs niet oplost. "Alle partijen zullen daarom blijven aandringen bij het kabinet op structurele investeringen."
Meer evenwicht, extra geld naar speciaal onderwijs
In het akkoord is afgesproken dat er meer evenwicht komt in de salarissen binnen het basisonderwijs. Daarom worden de functies en salarisschalen van schooldirecteuren en van onderwijsondersteunend personeel aangepast, waardoor ze meer kunnen gaan verdienen. In de vorige cao gebeurde dat al voor de leraren.
Het speciaal onderwijs krijgt daarnaast eenmalig extra geld. De nieuwe cao loopt tot 1 november 2020.
Een maand geleden werden de onderhandelingen nog stilgelegd. Toen boden de werkgevers, verenigd in de PO-Raad, een loonsverhoging van 3 procent. De bonden eisten 5 procent.
Reactie Slob
Minister Slob van Onderwijs noemt het mooi dat er een akkoord is gesloten. "Dat betekent dat leraren er deze kabinetsperiode gemiddeld 14 procent bij krijgen op hun salarisstrook. Dat gun ik ze van harte, het is een extra waardering voor hun vak."