Songfestival wil zwarthandel dwarsbomen met kaarten op naam
Het Eurovisie Songfestival gaat alleen kaarten op naam verkopen en zal bezoekers steekproefsgewijs vragen om legitimatie. Ook mag iedere koper maximaal vier kaarten afnemen. Zo hoopt de organisatie zwarthandelaars de wind uit de zeilen te nemen.
De capaciteit van het Songfestival is beperkt. De finale op zaterdagavond 16 mei in Ahoy kan door 7000 mensen worden bijgewoond. Twee derde van die plekken gaat in de vrije verkoop. De rest is gereserveerd voor de delegaties van de 41 deelnemende landen en komt mogelijk deels nog terug op de markt.
In totaal zijn er negen shows waarvoor mensen kaarten kunnen kopen. Voor elke van de drie liveshows (de finale en de twee halve finales) is er ook een juryfinale en een generale repetitie. Kaartprijzen lopen uiteen van 18,50 euro (halve finale familieshow, beperkt zicht) tot 248,50 euro voor de eerste ring tijdens de liveshow. Ook worden er kaarten verloot onder Rotterdammers met een laag inkomen.
Op 12 december begint de kaartverkoop. Verslaggever Martijn van der Zande, die voor de NOS het Songfestival volgt, verwacht een run op kaarten. "In totaal is er plek voor 65.000 bezoekers, waarvan twee derde voor publiek is. Dat is niet veel. Ik gok dat die kaartjes heel snel weg zullen gaan. Ik sluit niet uit dat daar door de fans over gemopperd gaat worden."
Gisteren werd bekend dat Edsilia Rombley, Chantal Janzen en Jan Smit het Songfestival gaan presenteren. "Het is de allermooiste klus die een presentator kan krijgen":