Jort Kelder was bij de laatste zitting tussen De Mol en Facebook aanwezig
NOS Nieuws

Jort Kelder begint bodemprocedure om nep-bitcoinreclames

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

Een dag na de uitspraak in de zaak tussen mediamagnaat John de Mol en Facebook is er een nieuwe juridische procedure aangekondigd over malafide bitcoinadvertenties.

Jort Kelder begint een bodemprocedure, bedoeld om een principiële uitspraak van de rechtbank te krijgen. Kelder is een van de andere BN'ers die ook last heeft van de frauduleuze bitcoinadvertenties. "We willen vaststellen dat partijen als Facebook en Google hier onrechtmatig handelen en aansprakelijk zijn, ook voor de schade van mensen die door advertenties zijn misleid", zegt zijn advocaat Matthijs Kaaks tegen de NOS.

Schadevergoeding eisen

Komt de rechter tot dat oordeel, dan kunnen gedupeerden een schadevergoeding eisen. Daarnaast kunnen BN'ers dan een claim indienen voor het gebruik van hun naam en portret. De bedoeling is dat de procedure voor het eind van het jaar is ingediend. Of andere BN'ers zich bij de zaak gaan aansluiten, is vooralsnog onduidelijk.

Kelder was tijdens de tweede zitting in de zaak van De Mol tegen Facebook aanwezig en maakte na afloop deze foto met de mediamagnaat:

Ondertussen betekent de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat Facebook wel degelijk verantwoordelijkheid draagt voor de advertenties die op het platform verschijnen. Tijdens de zittingen verdedigde Facebook het standpunt dat het slechts een 'doorgeefluik' is.

Dit zou betekenen dat het bedrijf als partij geen verantwoording kan dragen voor wat er gebeurt met advertenties. Dat argument is door de rechter van tafel geveegd. Facebook "is ook actief in het bepalen welke advertenties op haar platform verschijnen en welke niet. Facebook is in deze rol niet neutraal, zij bepaalt immers door controle op de advertenties", schrijft de rechtbank in het vonnis.

Past in trend

"De uitspraak past in een breder plaatje", zegt Frederik Zuiderveen Borgesius, hoogleraar ICT en Privaatrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, "en voert terug op een Europese richtlijn van twintig jaar geleden". In die richtlijn werd vastgesteld dat hostingproviders moeten worden beschermd tegen aansprakelijkheid. Het gaat hierbij dus om bedrijven die webruimte verhuren aan websites.

"Dat werd toen gedaan vanuit de gedachte dat als zulke providers elke keer aansprakelijk zouden zijn voor wat websites verkeerd doen, het internet niet op gang zou komen", zegt hij. De richtlijn wordt nu door techplatforms als Facebook gebruikt om te zeggen dat zij dus ook niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden. "Je merkt dat rechters die uitzondering nu steeds verder inperken en dat lijkt me ook wel redelijk."

Facebook moet nog beter controleren wat er aan advertenties binnenkomt.

Stefan Kulk, universitair docent technologie en recht

Dit betekent dus voor Facebook weliswaar meer verantwoordelijkheid, maar het geldt niet voor dingen die normale gebruikers posten. "Het betekent dat Facebook nog beter moet gaan controleren wat er aan advertenties binnenkomt", zegt Stefan Kulk, universitair docent technologie & recht aan de Universiteit Utrecht.

Facebook heeft altijd aangevoerd dat het al een hoop doet tegen dit soort advertenties en dat ze deze zelf ook niet wil. In het vonnis zegt de rechtbank dat dit "te waarderen" is van het platform, maar "deze maatregelen zijn klaarblijkelijk vooralsnog niet afdoende". Volgens de rechtbank kan van Facebook het nodige worden verwacht, dat geldt ook voor maatregelen die technisch ingewikkeld zijn of geld kosten.

Net als Zuiderveen Borgesius ziet Kulk een trend ontstaan. "Het onderstreept dat platforms de laatste jaren meer verantwoordelijkheid krijgen. Men is aan het herdefiniëren wat we willen dat dit soort platforms doen."

Kans op beroep

Ten slotte is dit weliswaar een tegenslag voor Facebook, maar de juridische strijd is naar verwachting nog niet gestreden. Er wordt rekening mee gehouden dat het sociale netwerk in beroep gaat. Het bedrijf wilde vandaag nog niet ingaan op de gevolgen van de uitspraak of de aangekondigde bodemprocedure.

Een woordvoerder van Google vond het te vroeg om iets te zeggen over de aangekondigde bodemprocedure.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl