Kamer ook na uitspraak rechter verdeeld over terughalen IS-kinderen
In de Tweede Kamer wordt verschillend gereageerd op de uitspraak van de rechter in de zaak die 23 IS-moeders hadden aangespannen. Daarmee blijkt opnieuw de politieke verdeeldheid over het ophalen van moeders en kinderen uit IS-gebied.
VVD en CDA vinden dat er risico's aan de uitspraak vast zitten. Als kinderen van IS'ers naar Nederland komen, dan hebben de ouders recht op gezinshereniging met alle gevaren van dien, zeggen de partijen.
"Ik hoop dat de Nederlandse staat zal doorprocederen", zegt VVD-Kamerlid Yesilgöz. "Wij willen deze kinderen niet terug. En hun ouders al helemaal niet."
Het CDA vindt de misdrijven die deze vrouwen mede hebben gepleegd zwaar wegen. De vrouwen hebben hun recht op hulp verspeeld, vindt CDA-Kamerlid Van Toorenburg. "Volgens mij moeten wij ons vooral inspannen voor de slachtoffers van de genocide."
'Medemenselijkheid'
De andere twee regeringspartijen, D66 en ChristenUnie, staan minder afwijzend tegenover de terugkeer van IS-vrouwen en hun kinderen. D66 is voorstander van het actiever terughalen van IS-kinderen. De partij vindt dat nodig vanuit het oogpunt van "medemenselijkheid", zegt D66-Kamerlid Sjoerdsma. "Die kinderen groeien nu op in detentiekampen, in een mini-kalifaat tussen prikkeldraad."
Dat probleem ziet ook de ChristenUnie. "Deze uitspraak laat scherp het dilemma zien tussen de situatie van de kinderen die meegenomen zijn naar dit gebied en de moeders die er zelf voor kozen", zegt Kamerlid Van der Graaf. D66 en ChristenUnie vinden het een risico de kinderen daar te laten radicaliseren, terwijl ze misschien ooit weer naar Nederland komen.
Volgens de uitspraak van de rechter moet Nederland zich inspannen om de kinderen terug te laten komen. Maar de Staat hoeft daarbij geen onredelijke risico's te nemen, bijvoorbeeld door het leven van militairen op het spel te zetten. Het kabinet bestudeert de uitspraak.
De rechter beschreef in zijn vonnis ook de erbarmelijke omstandigheden waarin de kinderen leven.