Amsterdamse moskee begint met versterkte gebedsoproep, maar is zeker niet de eerste
Er was vorige maand veel om te doen - op straat, op sociale media en in de politiek: het plan van de Amsterdamse Blauwe Moskee om de gebedsoproep op vrijdagmiddagen te versterken met een geluidsinstallatie. Vanmiddag klinkt de azan, de oproep tot gebed, voor het eerst door de luidsprekers van de moskee in Amsterdam-West.
De Blauwe Moskee is het eerste islamitische gebedshuis in Amsterdam dat de oproep tot gebed gaat versterken, maar heeft daarmee zeker geen primeur.
Saïd Bouharrou, voorzitter van de Raad van Marokkaanse moskeeën in Nederland (RMMN), schat dat een kleine veertig moskeeën in Nederland de azan versterkt laten horen. Het gebeurt in onder meer Deventer, Utrecht en Rotterdam. In totaal zijn er in Nederland zo'n vijfhonderd moskeeën.
Vrijdagmiddag
In 2013 begon de Centrum Moskee in Deventer met een dagelijkse versterkte gebedsoproep. "De meeste moskeeën gebruiken de luidsprekers alleen op vrijdagmiddag", zegt Bouharrou. "Het vrijdagmiddaggebed is het belangrijkste van de week."
Ook in een verder verleden werden gebedsoproepen op vrijdag in Nederland al versterkt, weet religiewetenschapper Pooyan Tamimi Arab. Hij deed aan de Universiteit Utrecht promotieonderzoek naar het gebruik van speakers voor de islamitische gebedsoproep. Volgens Arab begonnen sommige moskeeën zo'n dertig jaar geleden al met het inzetten van luidsprekers, onder andere in Den Haag, Leiden, Tiel en Almelo.
In Enschede liggen al jaren plannen voor de bouw van een nieuwe, grote moskee. In 2016 konden omwonenden bij een geluidsproef aangeven wat ze vonden van het geluid van de gebedsoproep:
In de jaren tachtig werd de Wet openbare manifestaties ingevoerd. Daarin staat dat "klokgelui ter gelegenheid van godsdienstige en levensbeschouwelijke plechtigheden en lijkplechtigheden, alsmede oproepen tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, zijn toegestaan". En in de grondwet staat dat iedereen in Nederland vrij is om zijn godsdienst of levensovertuiging te belijden.
Klokgelui en oproepen tot gebed zijn wettelijk gezien dus van dezelfde orde. Zo ziet voorzitter Saïd Bouharrou van de Raad van Marokkaanse moskeeën het ook. "Je hebt nu natuurlijk ook apps om te zien wanneer het gebed is, maar traditioneel hoor je de oproep. Die roept een bepaald gevoel op, heeft spirituele waarde. Alle mensen kunnen het horen. Dat geldt ook voor de kerkklokken."
Daar is niet iedereen het mee eens. Volgens de Amsterdamse burgemeester Halsema roept de islamitische gebedsoproep, die begint met de woorden 'Allahoe akbar' (God is de grootste), "voor veel mensen de associatie met geweld" op. "Dat kan ik niet ontkennen en dat wil ik ook helemaal niet", zei ze vorige week in een debat met de gemeenteraad.
Hoofdimam Yassin Elforkani van de Amsterdamse Blauwe Moskee zei eerder al dat 'Allahoe akbar' zelfs bij sommige moslims een negatieve associatie heeft gekregen. "Wij willen dat normaliseren", aldus de imam. Volgens burgemeester Halsema kan de moskee de gebedsoproep dan beter in het Nederlands doen. "Als het je intentie is om te normaliseren, lijkt mij dat volstrekt logisch."
Gelijke monniken, gelijke kappen
De azan is echter altijd in het Arabisch; dat kan de gemeente niet verbieden. Wel kan de gemeente regels opstellen voor de duur en het volume van de oproep. Dat is geregeld in de Wet openbare manifestaties.
Maar burgemeester Halsema waarschuwde vorige week wel meteen: "Als wij in onze Algemene Plaatselijke Verordening beperkingen opnemen voor bijvoorbeeld het geluid, dan geldt dat ben ik bang ook voor het klokgelui in de Westertoren. De grondwet maakt geen onderscheid tussen klokgelui en Allahoe akbar. En dat is ook goed, want godsdienstvrijheid geldt voor alle religies."
Jongere generatie
Volgens Saïd Bouharrou speelt de kwestie bij meer moskeeën, vooral als er jonge moslims in het bestuur zitten. "De oudere generatie vindt het al fijn dat er hier überhaupt een moskee is. Jongeren mengen zich meer dan zij in het maatschappelijke debat over de islam. Zij zijn zich meer bewust van vrijheden en grondrechten."
Religiewetenschapper Tamimi Arab voegt toe dat veel moskeebesturen aanvankelijk nauwelijks op de hoogte waren van de wet. "Ook zaten veel besturen niet te wachten op gedoe met de buurt. In ieder geval is er brede consensus onder moslims dat het religieus gezien niet verplicht is om luidsprekers te gebruiken."