Nieuw durfinvesteringsfonds, speciaal voor vrouwelijke ondernemers
Vandaag is een speciaal fonds voor vrouwelijke ondernemers gelanceerd, in aanwezigheid van koningin Máxima. 21 miljoen euro zit er al in het zogeheten Borski fonds, vernoemd naar Johanna Borski (1764 - 1846) - die als eerste vrouw aandelen kocht in De Nederlandsche Bank. Met die investering heeft zij destijds de pas opgerichte bank gered, zei president Klaas Knot bij de lancering.
Die miljoenen zijn bedoeld voor durfinvesteringen in jonge bedrijven, opgericht door vrouwen. Het is de ambitie om verder te groeien naar 40 miljoen euro.
Zo'n speciaal fonds voor vrouwen is nodig, zegt één van de initiatiefnemers Laura Rooseboom, omdat investeringen nu niet eerlijk verdeeld worden onder mannen en vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat in Nederland bijna al het geld wordt geïnvesteerd in bedrijven die door mannen worden geleid. Daar wil het Borski fonds verandering in brengen.
Vooroordelen
Het fonds is gericht op bedrijven met minstens één vrouwelijke oprichter, die al wel omzet maken. "Het gaat niet om bedrijven die alleen nog maar een idee hebben", zegt Rooseboom. Die bedrijven kunnen niet bij de bank terecht, zegt Rooseboom, omdat ze daar nog te jong voor zijn. En bij de meeste durfinvesteerders lopen zij volgens haar aan tegen vooroordelen waardoor ze vaak buiten de boot vallen.
Dat beeld herkent investeerder Janneke Niessen. Samen met investeerder Eva de Mol deed zij onderzoek naar financiering voor beginnende bedrijven. Slechts 1,6 procent van de bedrijven die geld kregen, stond onder leiding van uitsluitend vrouwen. Een wat groter aandeel van de bedrijven stond onder leiding van een gemengd team (6,8 procent).
Mensen, zowel mannen als vrouwen, investeren in wat ze kennen en herkennen.
"Er zijn meer vrouwelijke ondernemers dan dat", zegt Niessen. Dat blijkt ook uit onderzoek van Techleap dat eerder dit jaar verscheen. 17 procent van de start-ups heeft minstens één vrouwelijke oprichter.
Dat gat komt volgens Niessen door twee dingen: netwerk en vooroordelen. "Je hebt een netwerk nodig om geïntroduceerd te worden bij durfinvesteerders", zegt Niessen. Vrouwen komen minder makkelijk in zo'n netwerk, ook omdat slechts een klein deel van de besluitvormers bij investeringen vrouwen zijn.
Daarnaast spelen vooroordelen een rol, zegt Niessen. "Mensen, zowel mannen als vrouwen, investeren in wat ze kennen en herkennen. En omdat de meeste investeerders man zijn, gaan ook de meeste investeringen naar mannelijke ondernemers".
Eerder kwam de Sociaal-Economische Raad (SER) al met het advies dat er een quotum moet komen om bedrijven te dwingen meer vrouwen in de top aan te nemen. SER-voorzitter Mariëtte Hamer zei toen dat volgens haar een streefcijfer niet heeft bijgedragen aan groei van het aantal vrouwen en culturele diversiteit:
Ook worden vrouwen anders beoordeeld dan mannen, zegt Niessen. "Bij vrouwen worden bijvoorbeeld vaker vragen gesteld over het verleden, en bij mannen over de toekomst. Dat maakt uit, want als je over je verleden praat, heb je het ook over dingen die zijn misgegaan. Maar als je over de toekomst praat, heb je het over je visie, en over groei."
Ook worden jonge vrouwen volgens haar vaak gezien als onervaren, en jonge mannen als iemand met potentie.
Dochters
Veel investeerders hebben zich aangesloten bij het Borski fonds. Onder meer ABN Amro, ING en de Rabobank doen mee, en ook particulieren. "Die laatste groep bestaat uit vrouwen die een eigen bedrijf hebben gehad, en hebben verkocht", zegt Rooseboom, "maar ook mannen die dochters hebben, en willen dat zij op deze manier leren investeren".
De komende tijd gaat het gebeuren, zegt de initiatiefnemer. Want de komende jaren gaat er veel geld van vaders op dochters over. En die willen ook ander soort investeringen gaan doen. Het afgelopen jaar hebben zich al 200 bedrijven gemeld bij het fonds, en naar twintig daarvan wordt nu serieus gekeken.