Spaartaks: wie levert in en wie verdient eraan?
Hoeveel belasting je moet betalen over je spaargeld en beleggingen, gaat vanaf 2022 veranderen. Vrijdag gaf staatssecretaris Snel van Financiën meer invulling aan de aanpassing van de vermogensrendementsheffing. In een brief aan de kamer legde hij uit wat de effecten ervan zijn op verschillende groepen.
Die groepen zijn relevant omdat het een budgetneutraal plan is. Dat betekent dat de overheid verwacht net zoveel belasting te innen als nu, alleen de last wordt anders verdeeld. Er gaan dus mensen op vooruit, maar anderen gaan er op achteruit. Een paar van die groepen zijn in dit artikel uitgelicht.
Lees hier hoe het ook alweer zat met de nieuwe belasting voor sparen en beleggen.
Dit zijn alle veranderingen op een rij.
Voor wie pakt het voordelig uit?
In de kern is het plan zo opgesteld dat spaarders erop vooruitgaan, en beleggers erop achteruit. Bij spaarders wordt er namelijk niet meer vanuit gegaan dat een deel van dat geld is belegd, en er een hoger rendement is behaald dan in werkelijkheid is gebeurd.
Vooral voor mensen met (bijna) alleen maar spaargeld is het dus voordelig. Heb je tot 440.000 spaargeld, en geen beleggingen en schulden, dan hoef je daarover geen belasting meer te betalen. Ongeveer 1,35 miljoen mensen vallen in die groep.
En spaarders met heel veel spaargeld?
Die gaan er ook op vooruit. Iemand met een spaarsaldo van 1 miljoen euro hoeft daar in het nieuwe systeem 11.616 euro minder belasting over te betalen dan nu.
Ook voor de 1,1 miljoen mensen mensen die naast spaargeld wel beleggingen hebben, maar geen schulden, kunnen erop vooruit gaan. Maar hoe groter het aandeel beleggingen is, hoe waarschijnlijker het is dat het nieuwe systeem nadelig voor hen uitpakt.
Wie hoeft nu niks te betalen, en straks wel?
Het nadeel wordt groter als je naast spaargeld en beleggingen ook schulden hebt. In het huidige systeem mag je die schuld van je vermogen aftrekken. Maar in het nieuwe systeem mag je alleen de fictieve debetrente verrekenen met het fictieve rendement op beleggingen.
Dat betekent voor zo'n 112.000 mensen dat zij in het nieuwe systeem wel belasting over hun vermogen moeten betalen, terwijl ze dat nu niet hoeven te doen. Hun vermogen minus hun schulden is nu namelijk zo laag dat het niet belast wordt.
Voor de meeste van hen betekent dit dat ze gemiddeld 500 euro belasting moeten betalen. Een klein deel daarvan, zo'n 2.000 mensen, moet gemiddeld 15.000 euro belasting betalen.
Wie betaalt nu al belasting, maar gaat nog meer betalen?
Voor zo'n 6000 belastingplichtigen loopt het nadeel nog sterker op. Zij hebben veel bezittingen, en hele hoge schulden. Gemiddeld hebben zij zo'n 225.000 euro spaargeld, 4,5 miljoen euro aan beleggingen en 2,9 miljoen euro aan schulden. In het nieuwe systeem gaan zij 25.000 euro meer belasting over hun vermogen betalen dan nu.