Wat merk je van de nieuwe belasting voor sparen en beleggen?
Staatssecretaris Snel van Financiën heeft bekendgemaakt hoe het kabinet de veel bekritiseerde vermogensrendementsheffing vanaf 2022 wil aanpassen. Het systeem gaat behoorlijk veranderen, en spaarders gaan erop vooruit.
Het bedrag waar geen belasting over betaald wordt blijft gelijk: 30.846 euro. Daarboven gaat de Belastingdienst op een nieuwe manier bepalen hoeveel rendement je maakt.
Dit zijn alle veranderingen op een rij, in de tekst hieronder leggen we uit wat het voor je portemonnee betekent:
Bij vermogen boven de 30.846 euro wordt straks bekeken welk deel daarvan spaargeld is, en welk deel beleggingen zoals aandelen, obligaties of een tweede huis. Voor die twee categorieën, sparen en beleggen, gaat de Belastingdienst uit van een verschillend rendement: lager voor spaargeld, hoger voor beleggingen.
"Wat ze doen is verschillende categorieën verschillend behandelen, met een verschillend rendement per soort," legt belastingdeskundige Arjo van Eijsden van accountants- en adviesbureau EY uit. Dat pakt dus goed uit voor spaarders. Beleggers gaan al snel meer betalen, helemaal als ze ook geld lenen."
Kleine beleggers ontzien
Nieuw is een bedrag van 400 euro. Zolang je minder rendement dan dat maakt, hoef je geen belasting te betalen. Iemand met aandelen, obligaties of vastgoed zal dat rendement van 400 euro veel eerder halen dan iemand met spaargeld, en daarmee dus eerder en meer belasting over zijn vermogen betalen.
Een pure spaarder kan in dit systeem, met een verondersteld rendement van 0,09 procent, tot ongeveer 440.000 euro spaargeld belastingvrij aanhouden. Iemand die belegt, betaalt belasting over 5,33 procent rendement, zodra die beleggingen boven de grens van 30.846 euro komen.
Op die manier wil staatssecretaris Snel kleine beleggers ontzien. "Maar als je daar 1 euro boven zit betaal je als belegger wel belasting over het hele bedrag", zegt Van Eijsden, dat wil zeggen 5,33 procent over 30.847 euro. Een woordvoerder van het ministerie van Financiën bevestigt dit.
Wie betaalt de rekening?
Vooral beleggen met geleend geld wordt minder aantrekkelijk gemaakt. "Dat gaat om huisjesmelkers, maar ook een particulier die een pand koopt voor studerende kinderen gaat dit merken. Helemaal als dat met geleend geld gebeurt", zegt Arjo van Eijsden erover. "Dit gaat om duizenden euro's extra per jaar."
Hoe hoog het bedrag is hangt af van de waarde van het vastgoed en de hoogte van de schuld.
"Over een nihil vermogen moet je toch over het bedrag van je bezittingen 2,3 procent rendement aangeven, doordat tegenover de bezittingen evenveel schuld staat," zegt Van Eijsden. "Dat zou beleggers af kunnen schrikken. Die zullen zich wel twee keer bedenken om met geleend geld vastgoed te kopen."
