Advies: lesstof voor alle Nederlandse leerlingen moet anders
De lesstof in het Nederlandse onderwijs moet veranderen om leerlingen beter voor te bereiden op de toekomst. In lesmateriaal hoort ook aandacht te worden gegeven aan 'burgerschap' en 'digitale geletterdheid'. Ook is een betere aansluiting tussen het lesprogramma van basis- en middelbare scholen noodzakelijk om te voorkomen dat leerlingen bepaalde kennis ontberen en daardoor achterstand oplopen.
Plannen
Dit staat in een advies van zo'n 150 leraren en schoolleiders, dat vanmiddag wordt aangeboden aan minister Slob van Onderwijs. De adviescommissie heet het curriculum.nu en is in 2018 gevraagd plannen te maken voor de aanpassing van het zogenoemde curriculum, de verplichte lesstof voor alle Nederlandse leerlingen.
De verplichte lesstof is inmiddels zo'n dertien jaar oud en zowel de politiek als de leraren erkennen dat de inhoud van een aantal vakken is verouderd. Leerlingen moeten beter worden voorbereid op "hun persoonlijke, maatschappelijke en werkende leven", stelt de commissie en daarom hebben de leraren gewerkt aan een lange lijst met uitgangspunten voor negen 'leergebieden', zoals Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde, maar ook bewegen en sport.
De commissie heeft geen concreet lesmateriaal gemaakt en het rapport blijkt op een enkele punten na, algemeen van aard.
De commissie wil niet dat er nieuwe vakken bijkomen en de voorstellen moeten dus ingevoegd worden in het bestaande vakkenpakket. Burgerschap gaat in het algemeen over het aanleren van de basiswaarden van een democratische samenleving, maar hoeft niet alleen bij maatschappijleer of geschiedenis aan de orde komen. Het kan ook in een speciaal project of bij Nederlands. Bij digitale geletterdheid gaat het onder meer om informatievaardigheden, mediawijsheid en ict-basisvaardigheden.
De commissie wil dat leraren voldoende tijd krijgen om zich voor te bereiden op het nieuwe lesmateriaal. Scholen moeten ook de ruimte krijgen om zelf het nieuwe lesmateriaal te bedenken. Het onderwijs heeft te maken met "complexe vraagstukken", benadrukt voorzitter Douma van curriculum.nu. "De werkdruk is hoog en het lerarentekort is een zorg."
Op de werkwijze van curriculum.nu is kritiek. Leraren vrezen dat de nieuwe voorstellen nog meer werkdruk opleveren. In 2018 noemde de Onderwijsraad deze vorm van curriculumherziening "niet scherp en richtinggevend genoeg".
Wet
Het is nu aan de politiek om te kijken of er iets moet veranderen en wanneer. Eerst moet minister Slob met een inhoudelijk voorstel komen om de voorstellen om te zetten in zogenoemde 'kerndoelen'. Dat zijn teksten in de wet, waarin exacter is omschreven wat alle Nederlandse kinderen moeten leren op school.
Vorige week werd al bekend dat het zingen van het Wilhelmus niet is opgenomen in het advies. Het was het stokpaardje van de voormalige CDA-leider Buma en is een afspraak in het regeerakkoord.