Gewelddadige protestgolf Haïti: 'Niet eerder voelde ik me zo onveilig'
Carmen Nelissen
redacteur Online
Carmen Nelissen
redacteur Online
Sinds een paar weken is het elke dag raak in Haïti. De straten van de grote steden worden gedomineerd door demonstraties, plunderingen en wegblokkades. Gisteren was één van de grootste protesten tot nu toe. Ook vandaag wordt nieuwe onrust verwacht.
De Haïtianen zijn boos om de slechte staat van het land en willen dat de president, Jovenel Moïse, vertrekt. De oppositie riep gisteravond de Verenigde Staten en de Verenigde Naties op om hun steun aan Moïse in te trekken.
Ondertussen houdt de president zich stil en is hij al weken nauwelijks in het openbaar gezien. Oppositiepartijen moedigen demonstranten aan om de president te zoeken en hem zo tot aftreden te dwingen.
Duizenden Haïtianen gingen de afgelopen week desgevraagd de straat op en vernielden overheidsgebouwen en winkels. In de afgelopen weken vielen zeventien doden, mede door het harde optreden van de politie.
De politie zette gisteren traangas in tegen demonstranten in de hoofdstad Port-au-Prince:
De Nederlander Matthew Smoorenburg woont al meer dan twintig jaar in het land en runt een computerzaak in de hoofdstad Port-au-Prince. Hij maakte al meerdere protestperiodes mee en is ondertussen wel wat gewend. "Maar nog niet eerder voelde ik mij zo onveilig, zo heftig heb ik het nog nooit gezien", vertelt hij.
Vorige week vrijdag werd zijn zaak geplunderd door een groep jonge jongens. Smoorenbergs winkel was die middag gesloten, maar later zag hij op bewakingsbeelden wat er gebeurde. "Er kwam een menigte langs van wel duizend man. Een groep jongens, een stuk of dertig, liep naar mijn winkel. Ze braken in, haalden de showroom leeg en alles wat ze niet konden meenemen, vernielden ze."
Haïti is al heel veel jaren het armste land op het westelijk halfrond en ook president Moïse lukt het maar niet om daar verandering in te brengen. In tegendeel, onder zijn bewind ging de economie nog verder achteruit, nam de inflatie alleen maar toe en ontstonden grote problemen met de brandstofvoorziening.
Zo hebben veel benzinestations van tijd tot tijd de deuren gesloten omdat de overheid de subsidie op brandstof niet meer kan betalen. Het gevolg: minder elektriciteit, hogere transportkosten en een economie die nog verder in het slop raakt.
De armoede en inflatie zijn langlopende problemen. Daar bovenop komt nog de corruptie. Een onderwerp dat nu vol in de schijnwerpers staat nadat een Haïtiaanse onderzoekscommissie vermoedens had geuit dat Moïse betrokken is bij een groot corruptieschandaal. Honderden miljoenen, bestemd voor economische en sociale projecten, zouden door hem en andere politici in eigen zak hebben gestoken. De president ontkent.
De onrust verspreidt zich
In tegenstelling tot bij eerdere protestgolven gaat het er niet alleen in de stad hard aan toe. Ook op het platteland merken ze hoe hoog de spanningen zijn opgelopen. De Nederlandse Marijke Zaalberg werkt al meer dan twintig jaar op een school in de bergen, zo'n 30 kilometer ten zuiden van de hoofdstad.
"Normaal is het hier heel kalm en tijdens eerdere protestperiodes bleef de onrust ver weg", vertelt ze."Maar ook wij merkten deze keer iets van de boosheid van de Haïtianen", vervolgt Zaalberg. "Vorige week richtte een groep jongens nog een barricade op voor de school. De directeur wilde met ze gaan praten maar toen gooiden ze met stenen naar hem."
De school is later in gesprek gegaan met de relschoppers. "Er bleken allerlei geruchten rond te gaan over de directeur. Hij zou bijzonder rijk zijn geworden door de school", zegt Zaalberg. Ze vermoedt dat de jongens zijn opgejut, het is een onderdeel van de strategie van de oppositiepartijen.
"Deze jongens zijn vaak in extreme armoede opgegroeid en vatbaar voor dat soort ideeën. Ze hebben als doel om paniek te zaaien en zo het land op slot te gooien," vertelt Zaalberg.
Hoewel de demonstranten willen dat de president aftreedt, vraagt Smoorenburg zich af of dat gaat helpen. "Op korte termijn kalmeert iedereen waarschijnlijk een beetje. Maar om problemen als armoede, inflatie en corruptie aan te pakken, moet er structureel iets veranderen". En dat ziet hij niet zo snel gebeuren: "maar weinig politici hebben er baat bij de onderliggende oorzaken aan te pakken."
In afwachting van nog meer onrust, gaat hij door met het opruimen en verstevigen van zijn geplunderde computerwinkel. Desondanks houdt hij, net zoals Zaalberg, wel hoop. "Anders was ik tien jaar geleden al weggegaan."