NOS Nieuws

Hoe Nederland visserij-fraude wel doorhad, maar niets deed

  • Thomas Spekschoor

    correspondent Europa

  • Thomas Spekschoor

    correspondent Europa

Nederland had vissers die met motorvermogen frauderen al jaren in het vizier, maar deed vrijwel niets. Dat blijkt uit een reconstructie van de NOS. Strenge handhaving werd keer op keer tegengehouden of uitgesteld. Daardoor konden grote vissers de afgelopen jaren veel meer vis en garnaal vangen dan concurrenten die zich wel aan de regels hielden.

April 2006: Eindelijk kan visser Matthijs van der Ploeg zijn haren afknippen. De rechter heeft uitspraak gedaan in een zaak die hij en twee andere kleinschalige vissers hebben aangespannen tegen de Nederlandse staat. Uit frustratie en protest heeft Van der Ploeg z'n haar laten groeien. Het is inmiddels zo lang dat het soms vast komt te zitten als hij tijdens het rijden zijn autoraam dichtdraait.

Van der Ploeg kan zijn protest stoppen, omdat hij gelijk krijgt van de rechter. De staat heeft jarenlang nagelaten om grotere visbedrijven te berispen, terwijl bekend was dat ze meer motorvermogen gebruikten dan toegestaan. Nederland moest strenger handhaven, oordeelde de rechter.

Tienduizenden euro's misgelopen

Volgens schattingen van de rechter liepen kleine vissers als Van der Ploeg tienduizenden euro's mis. Grote kotters konden met meer motorvermogen zwaardere en grotere netten trekken, waardoor ze meer garnalen vingen. Ook konden zij wel varen op dagen dat de kleine vissers aan de kant lagen vanwege slecht weer. Gevolg: minder garnalen voor kleine schepen en een lagere garnalenprijs door een te hoog aanbod.

De uitspraak leek een overwinning voor de kleine vissers, maar dertien jaar later blijkt dat Van der Ploeg z'n haar te vroeg afknipte. Vlak voor de Nederlandse kust wordt nog steeds met veel te grote motorvermogens gevist.

Wie kijkt naar wat er in die dertien jaar is gebeurd, ziet dat de overheid alle beslissingen nam in nauw overleg met de visserijsector. Maar die had geen belang bij beslissingen die zouden leiden tot vissersschepen met kleinere motoren.

Vissers controleren vissers

Als je ze niet kunt pakken, dan moet je maar met ze samenwerken. Dat lijkt in 2004 de enige uitweg die minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog ziet. Er zijn "forse overschrijdingen" van het motorvermogen schrijft hij aan de Tweede Kamer en er is niet genoeg geld voor controles. Daarom moet de sector zichzelf maar controleren. In groepjes zouden de vissers elkaar in de gaten houden en waar nodig boetes uitdelen.

De Wageningen Universiteit schrijft er in de jaren daarna drie rapporten over. De zwakke punten in het systeem zijn makkelijk te vinden. De vissers die de regels zelf moeten controleren, zien het nut er bijvoorbeeld helemaal niet van in. "De regeling slaat helemaal nergens op. 300 pk is veel te weinig om te kunnen vissen," zegt één van hen.

Vissers wordt bovendien gevraagd om hun buurman, vriend of collega te verraden.

Het gevolg laat zich raden: na vijf jaar van zelfcontroles is er geen enkele boete uitgedeeld. Dat is een probleem, want de controles zouden worden gefinancierd uit de geïnde boetes. In 2011 sterft het systeem een stille dood.

De NVWA controleert in die tijd ook amper. In 2009 slechts één keer op een vloot van meer dan 300 schepen. Een jaar later blijken 12 van de 15 gecontroleerde schepen in overtreding. Toch komt men niet in actie.

Moeten we die wet wel uitvoeren?

Het is 2011 en staatssecretaris Bleker kiest partij. "Vissers zitten elkaar op een onbehoorlijke manier dwars. De kleintjes die het netjes doen wordt zo het brood uit de mond gestoten." In de visserswereld bestaat een sterke tegenstelling tussen het noorden en het zuiden, waarbij voor noordelingen het zuiden al rond Urk begint. Groninger Bleker krijgt van de noordelijke vissers het probleem uitgelegd en wil het aanpakken.

Ambtenaren en vissers moeten van hem samen rond de tafel om nieuwe regels op te stellen. Maar die zien dat in eerste instantie nauwelijks zitten, blijkt uit de notulen van de vergaderingen die de NOS in handen heeft.

Volgens de NVWA en de visserij-organisaties is het probleem beperkt en controleren duur. Aan juristen wordt zelfs gevraagd of de Europese wet wel moet worden uitgevoerd. De Inspectie is kritischer, maar krijgt pas steun na een rapport van het Duitse certificeringsbureau Schlott. Dat wordt gevraagd om op vier Nederlandse schepen het motorvermogen zo hard mogelijk te manipuleren. Dat lukt. Eén van de schepen overschrijdt maar liefst drie keer de norm.

Staatssecretaris Sharon Dijksma in 2013 tijdens een discussie met garnalenvissers op het Plein in Den Haag.

In het rapport wordt gepleit voor betere controles. Verzegeling van motoren moet niet langer gebeuren door commerciële bureaus, maar door de inspectie. Schepen die zich niet aan de regels houden moeten niet wegkomen met een boete, hun visvergunning moet worden ingenomen. En ook moet er een lijst komen met voorwaarden waaraan een motor moet voldoen, zodat zware motoren worden uitgebannen.

Dijksma, intussen staatssecretaris, stelt dat ze alle aanbevelingen over zal nemen. Nu, zes jaar later, staat geen van de aanbevelingen ook daadwerkelijk in de wet.

13-literregel

"Het motorprobleem is heel makkelijk op te lossen," zegt de Vlaamse motordocent Mark Pecqueur. "Als je voorschrijft dat vissers geen motoren mogen gebruiken met een grote cilinder-inhoud, dan wordt het onmogelijk om te sjoemelen. Daar haal je nooit voor langere tijd meer dan 300PK uit."

Nederland had zo'n soort regeling. In 2015 voerde de Inspectie een regel in dat schepen die vlak voor de kust wilden vissen, maximaal 13 liter cilinder-inhoud mochten hebben. Ter vergelijking: oude motoren gingen tot wel 27 liter.

Motorproducenten als Caterpillar, Volvo en Scania ontwikkelden speciaal een motor voor die nieuwe regeling. Dat kostte veel geld, maar dat zou worden terugverdiend, dacht men. Zo zouden de te grote motoren langzaam uit de vloot verdwijnen. Dat gebeurde niet: in 2018 besloot de overheid de regel alweer in te trekken.

Geen van de betrokkenen wil er on the record over praten, maar de verontwaardiging is groot. "Ik had beter een paar jaar kunnen wachten en een zwaardere motor kunnen kopen," zegt één van de vissers tegen de NOS. "Nu zie ik anderen die nog wel een grote motor hebben, terwijl ik het met 300PK moet doen."

Het ministerie en de inspectie zeggen in een reactie dat de regel "niet meer van deze tijd" is. Ook een 13-litermotor kan meer dan 300PK leveren en dus kan de regel net zo goed worden afgeschaft.

Motorexpert Pecqueur begrijpt daar weinig van. "Als de Nederlandse overheid dit niet van deze tijd vindt, moeten ze eens wat literatuur over motoren lezen. Als men morgen de regel weer invoert, zullen die hele hoge motorvermogens verleden tijd zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl