Meldpunt voor gedwongen adoptie: 'Tijd dat deksel van de doofpot gaat'
Er komt een meldpunt over kinderen die in Nederland gedwongen ter adoptie zijn afgestaan. Het wordt dinsdag geopend, zegt het ministerie van Justitie en Veiligheid tegen Omroep Brabant. Het is een meldpunt voor ouders, kinderen, hulpverleners en verzorgenden die betrokken waren bij zaken tussen 1956 en 1984.
Minister Dekker voor Rechtsbescherming wil verhalen verzamelen van direct betrokkenen om een onderzoek te starten naar het leed dat hun is aangedaan. In de jaren 50, 60 en 70 kwam gedwongen adoptie regelmatig voor in twee tehuizen voor ongehuwde moeders in Breda en in Goirle. Deze 'gevallen vrouwen' waren vaak naar de tehuizen gestuurd door hun familie, uit vrees voor reputatieschade.
Mijn ouders zeiden: als een van jullie zwanger raakt, ga je het huis uit en hoef je nooit meer terug te komen.
Dat overkwam ook Ricky Vosters uit Hooge Mierde. Ze raakte op haar 16de zwanger terwijl ze niet getrouwd was. Ze was een schande voor haar familie en omgeving. Op zo'n jonge leeftijd is een zwangerschap op zich al zwaar, maar vanuit het perspectief van haar gezin een regelrecht drama. "Wij waren met vijf meiden thuis en er werd altijd gezegd: als een van jullie zwanger raakt, ga je het huis uit en hoef je hier nooit meer terug te komen."
Pas na ruim een half jaar zwangerschap kwam het hoge woord eruit. Voor haar ouders was dat reden om haar naar het tehuis in Goirle te sturen. Daar werd ze opgevangen om haar zwangerschap uit te zitten met als doel het kind af te staan. Er werd op haar ingepraat om afstand te doen. Direct na de bevalling was ze haar kind kwijt.
Ze voelde zich naar eigen zeggen zo schuldig, dat ze niet meer wilde leven. Haar vader zag dat en nam contact op met het tehuis. "Ik mocht toen onder begeleiding mijn kindje zien. Een paar dagen in de week. Maar hij moest daar blijven totdat hij geadopteerd werd. En ondertussen wilden mijn ouders er niets van weten."
Voor Vosters komt het meldpunt van minister Dekker als geroepen. "Eindelijk na vijftig jaar. Het wordt tijd dat de deksel van de doofpot gaat."
Ik hoop dat er erkenning komt voor het grote leed dat adoptiekinderen en ouders is aangedaan.
Marie-José Dillen uit Veldhoven was vijf maanden oud toen ze geadopteerd werd. Ze kwam ter wereld in het tehuis in Breda. "Mijn moeder heeft afstand van me moeten doen onder druk van haar ouders en de kerk,", zegt ze. "Ze heeft hier vroeger ook rondgelopen met al haar verdriet en al haar gevoelens."
Ze heeft haar moeder na verloop van tijd wel ontmoet. "Rond mijn 17de ben ik haar gaan zoeken. Toen ik haar vond, ging het in het begin best goed. Mijn moeder wilde dat ik bij haar kwam wonen, maar ik voelde me in een spagaat, richting mijn adoptie-ouders."
Dillen is blij dat er eindelijk een meldpunt komt voor de problemen rond binnenlandse adoptie. "Ik hoop dat er erkenning komt voor het grote leed dat adoptiekinderen en ouders is aangedaan." Ze hoopt dat er grondig onderzoek wordt gedaan.
Naar schatting zijn er in heel Nederland ongeveer 15.000 kinderen ter adoptie afgestaan tussen halverwege de jaren 50 en medio jaren 80. De kinderen kwamen vervolgens bij allerlei gezinnen terecht.