Duizenden mensen op de been in Hongkong, Britse steun gevraagd

In Hongkong zijn opnieuw duizenden mensen de straat op gegaan om te demonstreren voor democratische hervormingen en de vrijlating van arrestanten. Een gemêleerd gezelschap van betogers, variërend van gemaskerde mensen in het zwart tot families met kinderen, trok door het belangrijkste winkelgebied van de stad. Sommige demonstranten droegen Amerikaanse en Britse vlaggen mee. Chinese vlaggen werden verbrand.

Honderden betogers trokken daarna naar het bestuurscentrum en gooiden met stenen en benzinebommen naar de politie, die barricades had opgeworpen. De politie antwoordde met traangasgranaten en waterkanonnen. Bij sommige waterkanonnen was een chemische blauwe kleurstof aan het water toegevoegd, zodat demonstranten makkelijker kunnen worden opgespoord. Een waterkanon vatte vlam toen hij door een benzinebom werd geraakt.

Kat-en-muisspel

De demonstranten trokken zich daarna terug en stichtten brandjes bij een metro-uitgang. Daar werden ze opnieuw verjaagd, waarna een kat-en-muisspel ontstond dat uren duurde. Inmiddels is de rust teruggekeerd. Ziekenhuizen zeggen dat er acht mensen gewond zijn geraakt, van wie er drie ernstig aan toe zijn.

De politie had een verzoek van demonstratiebeweging Civil Human Rights Front om de straat op te gaan afgekeurd, maar de betogers trokken zich daar niets van aan.

Britse hulp

Eerder vandaag gingen honderden mensen naar het Britse consulaat. Ze zongen het Britse volkslied God Save The Queen en riepen de Britten op om Hongkong te helpen en meer te doen voor de bevolking van de voormalige Britse kroonkolonie. Het is niet voor het eerst dat de betogers om buitenlandse hulp vragen: twee weken geleden en ook vorige week gingen de demonstranten naar het Britse en het Amerikaanse consulaat.

Volgens de betogers heeft Groot-Brittannië de morele plicht om hen te beschermen:

Hongkong was tot 1 juli 1997 een Britse kroonkolonie. Daarna werd het land overgedragen aan China. Onder de noemer 'één land, twee systemen' werd afgesproken dat Hongkong een bijzondere status kreeg, met eigen wetten en een eigen politiek systeem. Dat systeem blijft tot 2047 van kracht.

De demonstranten eisten in eerste instantie dat een omstreden uitleveringswet van tafel werd gehaald door regeringsleider Carrie Lam. Die wet zou het mogelijk maken om inwoners van Hongkong uit te leveren aan China. Lam trok begin september de uitleveringswet in.

Inmiddels hebben de betogers meer eisen op tafel gelegd: ze willen een onderzoek naar het politieoptreden tijdens de demonstraties en de vrijlating van meer dan duizend mensen die zijn opgepakt tijdens de betogingen. Ook willen de mensen meer democratie: nu hebben bestuurders van Hongkong nog de goedkeuring van de autoriteiten in Peking nodig.