ECB verlaagt rente nog verder, en gaat weer schulden opkopen

De rente gaat weer omlaag en het schuldenopkoopprogramma wordt hervat, heeft de Europese Centrale Bank bekendgemaakt. De rente voor banken gaat van min 0,4 naar min 0,5 procent. Dat betekent dat ze 0,5 procent rente moeten betalen voor overtollig kasgeld dat ze elke dag in bewaring geven bij de ECB.

De ECB gaat de heffing voor banken wel verzachten door een zogenoemde two-tier, een dubbel tarief in te voeren. Een deel van de bij de ECB gestalde kasgelden wordt vrijgesteld van heffing.

Daardoor wordt de druk op de spaarrente verlicht. Nederlandse banken zijn jaarlijks nu al 550 miljoen euro kwijt aan boeterente op hun kasgeld.

Geldkraan

Verder wordt de geldkraan opengezet en het opkoopprogramma hervat om de economie te stimuleren en de inflatie aan te zwengelen. Vanaf 1 november gaat de ECB maandelijks voor 20 miljard euro aan staatsobligaties opkopen, zolang als dat nodig wordt geacht. Het zal pas stoppen als de rente weer stijgt.

De geldverruiming wordt nu al QE-2 genoemd ('Quantitative Easing'). Bij de eerste ronde van 2015 tot 2018 is door de ECB voor in totaal 2650 miljard euro aan staatsleningen opgekocht.

Economen en financiële markten hadden een dergelijk besluit verwacht, de vraag was alleen met hoeveel de rente zou worden verlaagd en hoe groot de geldverruiming zou uitpakken. Sommige analisten rekenden op een grotere verlaging van de rente.

Verdeeldheid

Binnen de ECB is verdeeldheid. Over de lagere rente zijn de centrale bankiers het wel eens, maar De Nederlandsche Bank en de Duitse Bundesbank verzetten zich tegen nieuwe schuldenopkoop. Meer geld in de economie pompen is zinloos, vinden ze.

Na de bekendmaking daalde de koers van de euro en stegen de koersen op de aandelenbeurs. Veel geld stroomt uit de opgekochte schulden door naar de beurs.