Proces-Wilders: verdediging en OM twisten over rol minister bij vervolging
In het hoger beroep van de zaak tegen PVV-leider Wilders wil de verdediging dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard. Advocaat Geert-Jan Knoops zei vanochtend in de extra beveiligde rechtszaal op Schiphol dat duidelijk is geworden dat de politiek zich actief heeft bemoeid met het besluit tot vervolging.
Wilders werd in december 2016 veroordeeld voor zijn 'minder Marokkanen'-uitspraak. Hij werd schuldig bevonden aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie, maar de rechter legde hem geen straf op.
'Juridisch slagveld'
Knoops zei vanochtend meteen dat hij later in de ochtend met een verzoek zou komen. Een paar uur later was duidelijk dat hij van mening is dat er een einde aan de zaak moet komen.
Aanleiding zijn stukken die boven water zijn gekomen. Volgens Wilders' verdediging blijkt daaruit dat voormalig minister van Justitie Opstelten en zijn ambtenaren zich hebben bemoeid met de beslissing van het Openbaar Ministerie om Wilders te vervolgen. De stukken kwamen naar buiten via RTL Nieuws, dat via de rechter probeert om alle documenten openbaar te krijgen.
Knoops zei vanochtend dat nog geen formeel besluit tot vervolging was genomen toen er overleg was tussen het OM, Opstelten en ambtenaren. De toenmalige minister en ambtenaren hebben volgens Wilders' advocaat dan ook "actief meegewerkt met het opzetten en vormgeven van de strafzaak" tegen zijn cliënt. Knoops sprak van een "juridisch slagveld" en "onomstotelijk bewijs". Hij hield het hof voor dat het ministerie de rechtbank en het OM hierover onjuist heeft geïnformeerd. Het hof kan volgens Knoops niets anders doen dan de zaak beëindigen.
Grapperhaus
Minister Grapperhaus van Justitie en het OM weerspreken dat sprake is van politieke bemoeienis. Grapperhaus stuurde vanochtend, terwijl het proces bezig was, antwoorden op Kamervragen van Wilders over de zaak. Hij benadrukte daarin dat er geen politieke beïnvloeding is geweest. Toen er overleg was, zou het OM het besluit om tot vervolging over te gaan al hebben genomen. Het gesprek zou alleen over praktische zaken zijn gegaan, zoals het tijdstip van het naar buiten brengen, de planning en eventuele beveiligingsaspecten. Ook is toen "een juridische analyse gemaakt van de vervolgbeslissing".
Vanmiddag onderschreef de officier van justitie de lezing van minister Grapperhaus. "Wij lezen deze stukken anders", zei hij, refererend aan de documenten waaruit Wilders' verdediging concludeert dat er wel degelijk inmenging was.
Inzage
Het hof zal donderdag oordelen over het verzoek van Knoops om het OM niet-ontvankelijk te verklaren. Wel wil het hof eerst nog een aantal ambtsberichten, een nota en een mail ontvangen die RTL had verkregen via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Het hof wil de originele documenten, zonder weggelakte stukken, kunnen inzien.
Het OM kreeg het verzoek die voor morgenmiddag te leveren. Justitie zei daarop dat de ambtsberichten eigenlijk interne stukken zijn, om eraan toe te voegen: "Wij zullen ons beraden en ons ervoor inspannen."
Voor Wilders en Knoops gaat het inzageverzoek van het hof niet ver genoeg. De kwalijke rol van het ministerie blijkt volgens hen uit andere documenten, waarover RTL ook beschikt. In een vanmiddag verstuurde brief verzoekt de verdediging het hof om ook deze stukken op te vragen.
Het Openbaar Ministerie heeft in juli net als in eerste aanleg een boete van 5000 euro geëist. Justitie heeft betoogd dat de vrijheid van meningsuiting niet onbegrensd is, wat destijds door de rechtbank Den Haag werd onderschreven. Wilders heeft zich volgens het OM niet alleen schuldig gemaakt aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie maar ook aan het aanzetten tot haat. Dat laatste nam de rechtbank niet over. Het OM vindt dat een echte straf op zijn plaats is.
Bij het besluit van de rechtbank Den Haag om geen straf op te leggen, speelde mee dat Wilders een lid van de Tweede Kamer is en oprichter en leider van de PVV. De vaststelling dat Wilders zich als politicus schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie achtte de rechtbank al voldoende straf.
De zaak tegen Wilders draait om uitspraken die hij deed rond de gemeenteraadsverkiezingen in 2014. Hij vroeg op 19 maart aan PVV-aanhangers in Den Haag of zij meer of minder Marokkanen wilden hebben in de stad en in Nederland. Het publiek antwoordde "minder, minder", waarna Wilders zei dat hij dat zou regelen. Bekijk hier de beelden: