Correspondent Bram Vermeulen in Congo
NOS Nieuws

Werken in ebola-gebied: 'De volgende keer mag een andere verslaggever gaan'

  • Bram Vermeulen

    correspondent Afrika

  • Bram Vermeulen

    correspondent Afrika

Eerst: hoge koorts. Dan: diarree. Het probleem met de symptomen van het uiterst besmettelijk ebola-virus is dat ze identiek zijn aan allerlei andere ellende die je in het oosten van Congo kunt oplopen. Nog voor we de grens van buurland Rwanda met Congo zijn overgestoken, denk ik dat ik ebola al onder de leden heb.

De weg van het vliegveld bij de Rwandese hoofdstad Kigali naar Goma in Congo slingert over duizend heuvels. Tegen de tijd dat we onze paspoorten laten stempelen bij de douane voelt mijn maag als een groot vat met ebola.

"Was uw handen", zegt een blikkerige stem die me door de luidsprekers bij de douanepost toespreekt. Een vrouw met een douchemuts op haar hoofd houdt een plastic pistool tegen mijn slaap. "36,4", zegt ze. Geen koorts. In het oosten van Congo is ebola een manier van leven geworden. We groeten elkaar zonder handen schudden. Een gesloten vuist of een elleboog volstaat. Bij iedere poort hetzelfde ritueel: handen wassen, temperatuur meten. Dat ritueel stelt niet altijd gerust.

We maken een reportage met een ebola-patiënt die de ziekte heeft overleefd. "Ik had het zo warm, het was alsof ik in brand stond", vertelt Germain Bill over de dag dat hij besmet raakte. Hij aarzelde lange tijd om zich bij het ebola-behandelcentrum te melden. Wie daar binnengaat, komt er nooit meer levend uit. Zo is het gerucht in de straten van Beni, de brandhaard van de epidemie.

Bekijk het verhaal van Germain:

Germain Bill helpt ebola-patiënten: 'Hij is nergens bang voor'

Beni is ook regelmatig doelwit van beschietingen door een rebellengroep met de naam ADF. Het vliegtuig was een dag vertraagd door beschietingen ten noorden van de stad. Het hotel heeft kogelgaten in muren en ramen. Ebolacentra worden in brand gezet.

Zeker vijf doktoren werden sinds de uitbraak gedood door boze bewoners die denken dat ebola nepnieuws is. Ebola bestaat niet, horen we dorpelingen zeggen. Een verdienmodel voor doktoren, een leugen van politici die in december ebola als excuus gebruikten om de verkiezingen voor de bewoners van het oosten te annuleren.

Op de brommer

"Maar ebola bestaat", zegt overlevende Germain Bill. "En ik heb het overleefd." Omdat hij niet voor een tweede keer besmet kan raken, rijdt hij nu zieke patiënten naar de ebolacentra. Achter op zijn brommer, zonder masker.

We volgen hem. Voor het praatje dat ik voor de reportage op camera wil maken, lijkt het me leuk om hem ook op een brommer te zetten. Maar de bromfietsen zijn de voertuigen van ebola, lees ik later. Ze brachten de ziekte van Butembo naar Beni, van Beni naar Goma. Ebola kleeft aan de kleren van de chauffeurs, de zadels van de brommers. Als me even later het zweet over het voorhoofd loopt, vraag ik me weer af: is het vandaag gewoon heet of heb ik koorts?

Ebola in Congo

's Avonds drinken we bier op het terras van Hotel Beni. Een collega-fotograaf komt hoestend het terras op gelopen. Ik deins terug. "Hij dacht dat hij ebola had", legt een collega uit. Hoge koorts, diarree. Net op de dag dat hij een begrafenisritueel had gefotografeerd. De ebola-doden zijn het meest besmettelijk. "Maar hij heeft geen ebola. Hij heeft tyfus." Oh, zeg ik. "Dat scheelt."

De volgende avond schuift een medewerker van de Verenigde Naties aan bij de tafel waarop we onze bijdrage monteren. Ze hoest. "Kan ik bij jullie komen zitten?" Euh... "Ik heb vandaag nog een test gedaan. Geen ebola. Het is griep. Het heerst." Oké. Voor de zekerheid schuif ik de stoel nog iets verder van de tafel vandaan.

Als we inchecken voor een VN-vlucht van Beni naar Goma drukt een medewerker een formulier onder mijn neus. "Bent u recent in een gebied geweest waar ebola heerst?" Ja. "Heeft u ervoor gezorgd dat u meer dan twee meter afstand hield van de zieken?" Euh...

In de taxi terug naar de luchthaven in Rwanda begin ik luid te hoesten. Cameraman Sven Torfinn kijkt me verschrikt aan. "Kom op", zeg ik. "Stel je niet aan." Nadat we afscheid hebben genomen op de luchthaven voelen mijn handen zweterig en voel ik nerveus aan mijn warme hals. Als dit geen ebola is, dan zit de ziekte toch zeker tussen mijn oren. De incubatietijd voor ebola is 21 dagen. De komende drie weken is ieder krampje nog verdacht. Ik neem een besluit. Bij de volgende uitbraak mag de buitenland-chef een andere verslaggever sturen. Of hij mag zelf gaan.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl