Grapperhaus naar Thailand voor veroordeelde oud-coffeeshophouder
Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat deze week naar Thailand om te overleggen over de mogelijke uitlevering van de Brabantse coffeeshophouder Johan van Laarhoven. Die werd daar in 2015 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor witwassen van geld dat is verdiend met softdrugshandel. Van Laarhoven kreeg 103 jaar cel, waarvan hij er twintig moet uitzitten. Zijn vrouw kreeg er twaalf.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Grapperhaus dat hij vrijdag wordt ontvangen door de Thaise premier Prayut Chan-o-cha en de Thaise minister van Justitie. Verdere mededelingen waren niet mogelijk "gezien het diplomatieke karakter van het overleg".
NRC meldt dat de bemoeienis slecht valt bij het Openbaar Ministerie in Breda. Dat vindt dat Grapperhaus zich niet moet bemoeien met een lopende strafzaak; Van Laarhoven is in cassatie gegaan. Onderhandelingen over een schikking tussen Thailand en Nederland zouden er ernstig door bemoeilijkt worden, schrijft de krant.
Volgens NRC zijn de behandelend officier van justitie en de toenmalig hoofdofficier vorig jaar nog in Thailand geweest voor een vertrouwelijk gesprek met Thaise collega's. Toen zou zijn gezegd dat overdracht of uitlevering van Van Laarhoven zo kort na zijn veroordeling onmogelijk was, mede omdat er nog een oordeel moet komen over een cassatieverzoek.
NRC meldt verder dat er vorig jaar overleg is geweest tussen de fiscus en het OM. De verdachten zouden hun vervolging hier willen afkopen voor 20 miljoen euro.
Een probleem bij de uitlevering aan Nederland is volgens de krant dat Van Laarhoven in Nederland alleen een fiscaal delict ten laste wordt gelegd. Uitlevering zou in zulke gevallen volgens de Thaise wet onmogelijk zijn. Omdat de rechter in Nederland Van Laarhoven niet meer zou vastzetten voor zo'n delict, zou hij ook geen prikkel hebben om na uitlevering de schikking van 20 miljoen te treffen.
Grapperhaus is volgens NRC op dit alles gewezen door de landsadvocaat en zou het advies hebben gehad erbuiten te blijven. Gevraagd om een reactie wil het OM niet reageren op de berichtgeving door NRC.
