NOS Nieuws

Onderzoek naar eikenprocessierups: wordt overlast volgend jaar weer zo erg?

  • Martijn van der Zande

    verslaggever

  • Martijn van der Zande

    verslaggever

De grootste overlast door de eikenprocessierups lijkt achter de rug, bleek deze week. Gaat de rups volgend jaar opnieuw voor zoveel overlast zorgen? Daar wordt nu al onderzoek naar gedaan. En de eerste signalen zijn niet hoopgevend.

Aan de boom hangt een wit touwtje. En als je dat naar boven volgt, zie je helemaal boven in de boom een plastic bakje. Het is een feromoonval, bedoeld om vlinders van de mannelijke eikenprocessierups te lokken. In het bakje hangt de geur van het vrouwtje, het mannetje denkt 'leuk' en vliegt zo de val in.

Henry Kuppen, directeur van Terra Nostra en lid van het Kenniscentrum Eikenprocessierups, haalt de val naar beneden. Hij is in Nederland dé kenner van het beestje. Al sinds 1996 bestudeert hij de rups. In de val telt hij nu vijftien kleine bruine motten, best veel. "We zitten pas net in het seizoen, afgelopen dinsdag hebben we de eerste mot gevangen en dit is nu dus in een paar nachten ontstaan", vertelt Kuppen.

  • NOS / Martijn van der Zande
    Hier haalt Kuppen een van de vallen naar beneden
  • NOS / Martijn van der Zande
    De opbrengst: vijftien motten
  • NOS / Martijn van der Zande
    De vallen hangen in bomen; ze worden drie keer onderzocht

In heel Nederland hangen 1700 van dit soort vallen. Tussen nu en september worden ze drie keer bekeken en met die data kunnen ze een voorzichtige voorspelling voor volgend jaar doen. "In 2018 hadden we gemiddeld 73 motten per val", zegt Kuppen. "Dat was een verdrievoudiging van het jaar daarvoor, dus we zagen wel wat aankomen."

Naast de gegevens over de motten, zijn er ook cijfers over het aantal nesten. Een vrouwtjesvlinder legt in haar leven zo'n 250 eitjes, soms verspreid over meerdere eiken, om zo de overlevingskansen te spreiden. Het warme en droge weer van deze dagen is ideaal voor een grote verspreiding van de eitjes, aldus Kuppen.

Er zijn deze zomer veel nesten gevonden, het warme en droge weer vinden de beestjes prettig.

Henry Kuppen

Volgens Kuppen moeten gemeenten met al die data aan de bak. "Een gemeente moet in kaart brengen hoeveel eiken ze hebben en waar ze staan. Als er rupsen worden verwacht op een plek waar gezwommen wordt, dan zou je die bomen preventief kunnen behandelen. Als ze bijvoorbeeld langs een weg staan waar alleen auto's rijden, dan is die noodzaak veel minder groot."

Op een landelijke bijeenkomst op initiatief van het Kenniscentrum Eikenprocessierups op 25 september wordt alle kennis en ervaring van de afgelopen jaren uitgewisseld.

Wat 2020 gaat brengen is nu nog niet zeggen, maar volgens Kuppen zijn er wel signalen dat het er weer veel kunnen zijn. "Er zijn deze zomer veel nesten gevonden, het warme en droge weer vinden de beestjes prettig. Het feit dat ik zo vroeg in het seizoen al vijftien motten in mijn val heb, geeft wel te denken. Maar voor een echt goede voorspelling moeten we nog een paar maanden wachten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl