Paulis en Keijser putten moed uit winderige wereldbeker in Rotterdam
De Nederlandse roeiers hebben voor eigen publiek geen gouden medaille kunnen veroveren bij de wereldbekerfinale in Rotterdam.
In moeilijke omstandigheden - de stevige wind speelde een grote rol in de Zevenhuizense polder - wisten skiffeuse Lisa Scheenaard (brons), de vrouwendubbeltwee (zilver) en de mannendubbelvier (brons) wel het podium te bereiken.
De derde wereldbekerwedstrijd geldt als laatste voorbereiding op de WK in augustus in het Oostenrijkse Linz, waar ook olympische tickets te verdienen zijn.
Keijser en Paulis knap tweede
Keijser en Paulis veroverden vorig jaar goud op de EK en brons op de WK. Daarna gaf Paulis voorrang aan haar studie en was Keijser geblesseerd, al won ze als skiffeuse bij haar rentree in mei knap brons bij de EK.
In Rotterdam moest het Nederlandse duo in de finale van de lichte dubbeltwee alleen het Nieuw-Zeelandse duo Zoe McBride/Jackie Kiddle voorrang verlenen.
McBride en Kiddle (WK-zilver in 2017 en vorig jaar zesde) gingen er meteen als een raket vandoor en hadden op de meet zeven seconden voorsprong op Keijser en Paulis. Die bleven op hun beurt het Zwitserse koppel Merz en Rol (brons bij de EK) ruim voor.
En dat was reden voor tevredenheid, maar ook voor een kritische kanttekening. "Op Nieuw-Zeeland stond vandaag geen maat", aldus Paulis. "Maar we hebben vandaag geleerd dat we weer kunnen racen. We hebben nog een aantal weken tot de WK en daar gaan we vol voor."
Brons Scheenaard en dubbelvier
Ook skiffeuse Lisa Scheenaard roeide zich knap naar het podium. De Weertse, vorig jaar nog tweede bij de EK in Glasgow, kwam niet in de buurt van de Nieuw-Zeelandse winnares Twigg en de Zwitserse nummer twee Gmelin.
In de strijd om het brons bleef Scheenaard met een ultieme eindsprint de Britse Thornley 0,6 seconde voor.
Bij de mannen wist de dubbelvier, door de Nederlandse roeibond aangewezen als paradepaardje met het oog op de Olympische Spelen in Tokio, brons te veroveren.
Ook in Rotterdam maakte de Europees kampioen indruk door een boeiend gevecht te voeren met Polen en Duitsland om de winst.
In een mooie eindsprint liep Nederland langzaam in op Polen, terwijl het zelf werd belaagd door de Duitsers, die hun tweede adem hadden gevonden.
De aanval van Nederland strandde en op de streep werden ze ook nog met 0,09 geklopt door de Duitsers.
De Holland Acht had zich met de hakken over de sloot voor de finale geplaatst, kon daarin niet mee met de Britten en de Duitsers en gaf op de streep ruim een seconde toe op Nieuw-Zeeland.
Bij de EK werd Nederland derde achter Europees en wereldkampioen Duitsland en olympisch kampioen Groot-Brittannië en ook nu maakten die twee grootmachten er een spektakel van.
De sinds de Spelen onverslaanbare Duitsers werden zowaar verslagen door de Britten, al lagen die in de winderige omstandigheden wel in een gunstigere baan.
Melvin Twellaar en Stef Broenink (dubbeltwee) eindigden in Rotterdam als vierde in de finale van de dubbeltwee, op 1,12 van het brons.
Zaterdag wonnen ze hun halve finale door onder anderen de Zwitsers en de Britten af te troeven. Zondag wonnen de Zwitsers Delarze en Röösli (zilver bij de WK in 2018 en de EK in 2019) goud. De Britten Collins en Thomas (vierde in de EK-finale) hielden de Nederlandse boot nog net van het brons.
De andere Nederlandse boot van Amos Keijser en Niki van Sprang eindigde bij de EK als vijfde, maar wist in Rotterdam de finale niet te bereiken.
Teleurstelling en opsteker
De vier-zonder-stuurvrouw eindigde teleurstellend als vijfde. Ellen Hogerwerf, Karolien Florijn, Ymkje Clevering, Veronique Meester hadden tot dit weekend al hun wedstrijden gewonnen, waaronder de Europese titel in Luzern, maar voor eigen publiek kwamen ze er niet aan te pas.
Winnaar Australië was ruim elf seconden sneller dan de Nederlandse boot, die de eerste wereldbekerwedstrijd in Plovdiv nog had gewonnen.
De vijfde plaats van de dubbelvier zal heel anders voelen. Die ploeg werd tweede bij de EK, maar kreeg daarna te kampen met blessures. Zo werd afgelopen week in allerijl de geblesseerde slagvrouw Olivia van Rooijen vervangen door Mieke Wilms, die eerder was afgevallen voor de vrouwenacht.
Met Roos de Jong, Inge Janssen en Sophie Souwer streed Wilms op de ongunstige buitenste baan tot op de laatste meters met Groot-Brittannië om de vierde plaats.
De eindsprint kwam echter net te laat. Duitsland werd eerste, voor Polen en Australië.
