Minister maakt afspraken met kinderopvang over Stint
De kans lijkt groter te zijn geworden dat de Stint binnenkort weer de weg op mag. De elektrische bolderkar is sinds vorig jaar september verboden, na het ongeluk in Oss waarbij vier kinderen om het leven kwamen.
Minister Van Nieuwenhuizen schrijft aan de Tweede Kamer dat haar ministerie en de RDW continu met de fabrikant praten over de toelating. De RDW, de vroegere Rijksdienst voor het Wegverkeer, is de instantie die de registratie van motorvoertuigen verzorgt.
"Alle partijen werken er elk vanuit hun rol aan mee om de nieuwe Stint bij aanvang van het nieuwe schooljaar weer de weg op te krijgen", schrijft de minister. Maar ze wijst er ook op dat de fabrikant nog geen formele aanvraag heeft ingediend en dat ze daar dus ook nog geen besluit over heeft genomen.
Rijvaardigheidstraining
De minister heeft met de kinderopvangsector afspraken gemaakt over het veilige gebruik van de nieuwe Stint. Die afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Er staat onder meer in dat bestuurders zeker 18 jaar moeten zijn, dat ze een rijvaardigheidstraining moeten hebben gevolgd en dat ze gebruik moeten maken van veilige routes. Volgens het convenant mogen er voorlopig maximaal tien kinderen in de Stint zitten. Van Nieuwenhuizen benadrukt dat dat laatste een tijdelijke maatregel is.
De minister heeft met de kinderopvangsector ook afspraken gemaakt over de naleving van het convenant: er komt een onafhankelijke commissie die toezicht houdt en er worden steekproeven genomen. Als daaruit blijkt dat 10 procent van de gecontroleerde kinderopvanglocaties zich niet aan de afspraken houdt, kan de minister het convenant opzeggen.
Kantelgevaar
Het Openbaar Ministerie bracht vorige week naar buiten dat het negen maanden na het ongeluk in Oss nog steeds geen duidelijke oorzaak kan aanwijzen. In opdracht van het OM heeft ook de Inspectie SZW onderzoek gedaan naar Stints.
Op basis van dat onderzoek wijst de Inspectie onder meer op kantelgevaar en op het belang van het zicht vanaf de bestuurdersplaats. Van Nieuwenhuizen zal de RDW specifiek vragen bij de beoordeling van een nieuwe aanvraag aandacht te besteden aan die punten.