Een bestrijder neemt een boom met eikenprocessierupsen onder handen
NOS Nieuws

'Eikenprocessierups zal niet meer verdwijnen, we moeten ermee leren leven'

De eikenprocessierups gaat niet meer weg en om plagen te voorkomen moet er het hele jaar door gewerkt worden aan de bestrijding. Dat zegt bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit en het Kenniscentrum Eikenprocessierups. Hij vindt de huidige manier van bestrijden niet effectief.

"Het is overduidelijk: de rups heeft dit jaar van ons gewonnen. Er hangen zo veel nesten in zo veel bomen dat we onvoldoende bestrijdingscapaciteit hebben om al die nesten te verwijderen", zegt Van Vliet. "Dat is heel vervelend, want de komende weken gaan die rupsen verpoppen en uitvliegen. En ze gaan hun eitjes afzetten voor het komende jaar."

Daarom is het volgens van Vliet zaak om te kijken waar de vlinders naartoe vliegen, om te weten waar de eitjes worden gelegd. "En dan preventief bestrijden."

'Leren leven met de rupsen'

Van Vliet verwacht niet dat de eikenprocessierups, die dit jaar meer overlast veroorzaakt dan ooit, nog zal verdwijnen uit Nederland. "Het is misschien een heel vervelend verhaal, maar we krijgen er in de toekomst ook nog de dennenprocessierups bij. Het is hier klimatologisch geschikt, we hebben heel veel eiken, en er zijn veel dennen. We moeten ermee leren leven."

Op dit moment kijken veel mensen die last hebben van de rupsen nog voornamelijk naar gemeenten voor de bestrijding. "Maar dat stadium zijn we al heel lang voorbij. Iedereen moet aan de gang om iets met de processierups te doen."

De wetenschapper denkt bijvoorbeeld aan een nationaal bijscholingsprogramma. "Dat gaat dan om het voorkomen van gezondheidsproblemen, maar ook over hoe je de rupsen te lijf gaat. Je kunt ze bestrijden met biologische middelen, maar ook met biologische diversiteit, bijvoorbeeld door natuurlijke vijanden van de rupsen te stimuleren."

Andere jaren hebben we een stuk of zes meldingen. Nu zijn het er al tachtig. Dat betekent dat mijn camping gewoon leeg blijft. Het is bijna dood hier.

Een Bussumse campingeigenaar over de rupsenplaag

Voorlopig adviseert Van Vliet mensen om niet zelf de rupsennesten te verwijderen. "Het beste wat je kunt doen, is de rupsen tijdelijk te fixeren met een soort houtlijm of zo'n houtspray. Als je de nesten weghaalt, stel je jezelf weer bloot aan de brandharen. En absoluut niet aan de slag gaan met een gasbrander. Die rupsen gaan dood, maar de haren verspreid je in de omgeving en die blijven jaren liggen."

De brandharen van de eikenprocessierups kunnen jeuk en bultjes veroorzaken bij mensen die ermee in aanraking komen. Ook campings merken dat bezoekers er meer last van hebben dan anders. "Andere jaren hebben we een stuk of zes meldingen. Nu zijn het er al tachtig", zegt een campingeigenaar uit Bussum. "Dat betekent dat mijn camping gewoon leeg blijft. Het is bijna dood hier."

'Niet tegenop te werken'

Van Vliet adviseert kampeerders om goed op te letten dat ze hun tent niet onder een besmette eik zetten. "Dan kunnen de brandharen in je tent terechtkomen en daar zijn ze lastig uit te krijgen. Ze gaan in je tentdoek zitten en daar heb je de komende jaren nog last van."

De Bussumse campingeigenaar laat de rupsen om de week weghalen. "Maar dan is het nest leeg en dan zie je er bij de volgende boom weer een paar. Er is bijna niet tegenop te werken. Iedere keer weer een nieuw nestje, ik word er niet goed van."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl