Storing enkelbanden in mei was de derde van dit jaar
De storing in mei waardoor enkelbanddragers tijdelijk buiten beeld van de meldkamer waren, was de derde van dit jaar. In april en januari weigerde het systeem ook, schrijft minister Dekker aan de Tweede Kamer.
De storing van vorige maand was het ergste, omdat alle 725 dragers van een enkelband ruim een etmaal buiten beeld waren en sommigen uiteindelijk ook doorhadden dat het systeem niet werkte. Tachtig mensen werden uit voorzorg vastgezet. Eén drager saboteerde de band en kneep ertussenuit, maar werd een dag later aangehouden.
Dekker maakt nu bekend dat de storing in mei de derde van dit jaar was. In januari waren 675 dragers tijdelijk niet te volgen en in april ging het om 150 mensen. In beide gevallen duurde de storing ongeveer 10 uur en hadden de enkelbanddragers niet door dat er een storing was. De oorzaak was in alle drie de gevallen een complicatie tijdens onderhoud aan de software of het netwerk van de meldkamer.
Vier mensen spoorloos
In de brief van Dekker staat dat vorig jaar 101 dragers hun enkelband hebben doorgeknipt om ervandoor te gaan. Dat is 1 procent meer dan in 2017. Vier mensen zijn nog spoorloos.
Een elektronische enkelband wordt gebruikt om in de gaten te houden of mensen die onder voorwaarden in vrijheid worden gesteld, zich aan de voorwaarden houden. Ze moeten bijvoorbeeld thuisblijven of mogen niet naar bepaalde plekken.