Van Dijk en Wijnaldum winnen met Liverpool saaie Champions League-finale
Liverpool is winnaar geworden van de Champions League. Met Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum in de basis werd in het Estadio Wanda Metropolitano in Madrid met 2-0 gewonnen van Tottenham Hotspur.
Tottenham was de kat met negen levens in deze editie van de Champions League. Al meerdere keren leken de Londenaren uitgeschakeld. Zo schoot PSV in de groepsfase al flink te hulp, om maar te zwijgen over de onwaarschijnlijke comeback tegen Ajax.
Tegen Liverpool kwam de stuntploeg van Mauricio Pochettino al na 22 seconden in grote problemen. Sadio Mané raakte de uitgestoken arm van Moussa Sissoko en Mohamed Salah ramde de penalty binnen.
Hoofdrol Makkelie
Zo was er in Madrid meteen een hoofdrol voor videoarbiter Danny Makkelie, want de rigoureuze beslissing van arbiter Damir Skomina werd ook door de VAR ondersteund.
Wie dacht dat deze snelle treffer de opmaak was voor een spektakelstuk, kwam bedrogen uit. Tottenham Hotspur kon aanvallend geen vuist maken ondanks de terugkeer van clubtopscorer Harry Kane, terwijl Liverpool alleen met een schot van Andrew Robertson voor rust nog even dreigde.
Van Dijk sterk
Liverpool liet Tottenham in de tweede helft komen. Nadat Van Dijk de snelle Son Heung-min bij een counter goed had afgestopt, was de Zuid-Koreaan met een knal van afstand wel gevaarlijk. Invaller Lucas Moura, de beul van Ajax, kreeg in de nastoot nog een mooie kans, maar zijn inzet was te slap.
Het dichtst bij de gelijkmaker was Tottenham toen Christian Eriksen mocht aanleggen voor een vrije trap iets buiten het strafschopgebied, maar doelman Alisson stompte het harde, gekrulde schot uit de verre hoek. Een positieve hoofdrol voor de doelman van Liverpool dit keer, waar blunders van Loris Karius de Reds vorig jaar nog de beker kostten.
Even later stelde invaller Divock Origi aan de overkant de winst voor Liverpool met een schuiver veilig. Na verloren finales in 2007 en 2018 legt Liverpool nu voor de zesde keer beslag op de 'Cup met de Grote Oren', de eerste sinds 2005. Voor coach Jürgen Klopp is het zijn eerste Champions League na twee verloren finales.