Containerschepen in de haven van Rotterdam
NOS NieuwsAangepast

'Blinde vlekken bij bestrijders drugssmokkel in Rotterdamse haven'

Opsporingsdiensten zoals de douane en de politie werken niet goed samen bij de bestrijding van de drugssmokkel in de Rotterdamse haven. Informatie wordt niet altijd gedeeld en de focus ligt vooral op de zogenaamde 'uithalers' van de drugs. Daardoor blijven de organisatoren van de drugstransporten buiten schot. Ook is er amper aandacht voor de export van in Nederland geproduceerde synthetische drugs.

Dat zijn de belangrijkste conclusies van een omvangrijk onderzoek naar de drugscriminaliteit in de Rotterdamse haven. Onderzoekers van de Erasmus Universiteit hebben op verzoek van gemeente, politie, douane en Openbaar Ministerie de drugscriminaliteit in de haven in kaart gebracht.

Onbegonnen taak

Via de Rotterdamse haven komt volgens de onderzoekers een kwart van de cocaïne voor Europa binnen. In het jaar 2000 werd de smokkel via Rotterdam geschat op zo'n 40.000 kilo. Daarna is de productie van cocaïne in Zuid-Amerika alleen maar gestegen.

Het is bijna onbegonnen werk om zelfs maar een deel van de drugs tegen te houden. Slechts een klein deel van de 7,5 miljoen containers die Rotterdam jaarlijks passeren, wordt gecontroleerd. Ongeveer 40.000 containers gaan door een scan, slechts 6500 worden er bij een controle geopend. De hoeveelheid drugs die onderschept wordt, varieert de laatste jaren van minder dan 5000 kilo tot bijna 19.000 kilo.

Een snelle afhandeling van de containers is belangrijk voor de economie, maar staat op gespannen voet met een goede controle. Drugssmokkelaars weten dat en anticiperen daar ook op. Ze hebben er een voorkeur voor om drugs tussen ladingen fruit en groente te verstoppen, omdat die vanwege het risico op bederven snel worden afgewerkt. Bovendien komt exotisch fruit vaak uit dezelfde landen als de drugs.

Een onderschepte lading cocaïne uit Costa Rica

Om drugs uit een container te kunnen halen, maken criminelen gebruik van omgekochte havenmedewerkers. Die lenen tegen betaling hun pas uit of zoeken in de digitale systemen naar informatie over de positie van containers. Deze systemen zijn vaak niet goed beveiligd waardoor veel medewerkers erin kunnen grasduinen.

In sommige gevallen gaan corrupte havenwerkers nog verder. Ze vertellen niet alleen waar containers staan, maar ook hoe controles omzeild kunnen worden. Bedrijven die te maken krijgen met omgekochte medewerkers, melden dit niet altijd. Jarenlang gold een cultuur van gedogen, stellen de onderzoekers vast.

"Bij het waarnemen van verdachte activiteiten keek men in veel gevallen de andere kant op." Dat verandert langzaam door politieke druk, maar echte openheid is er nog niet, want die kan leiden tot imagoverlies.

Te weinig bewustzijn

Verder wordt te weinig samengewerkt met informatie uit de landen waar de cocaïne vandaag komt. Landen als Canada, de VS en het Verenigd Koninkrijk hebben de laatste jaren juist hebben geïnvesteerd in de samenwerking met bijvoorbeeld Ecuador, Peru, Colombia en Bolivia.

Ook is er volgens een aantal ondervraagden bij bestuurders te weinig bewustzijn over hoe drugscriminaliteit de samenleving ondermijnt.

Europese samenwerking

De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb wil dat Nederland zelf meer informatie gaat verzamelen in landen waar de drugs vandaan komen. Hij zegt dat hij in september op werkbezoek in Colombia gaat, waar de meeste cocaïne vandaan komt.

"Je wint het als overheid nooit helemaal, maar het moet te hanteren zijn. Een aanpak alleen in Rotterdam is niet voldoende. Je hebt de haven in Antwerpen, Spaanse havens. Het vraagt ook om Europese samenwerking."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl