Hoe Hendrikje van Andel (115) hielp het anti-alzheimer gen te ontdekken
Jeroen Kortschot
Jeroen Kortschot
Als de ontdekking van het gen dat beschermt tegen de ziekte van Alzheimer en twee andere vormen van dementie ooit tot een medicijn leidt, verdient Hendrikje van Andel-Schipper (1890-2005) een standbeeld.
Ergens kort na de eeuwwisseling pakte de toen 112-jaar oude weduwe Hendrikje van Andel-Schipper de telefoon om te bellen met de afdeling neurologie van het UMC Groningen. "Ze vertelde dat ze haar lichaam aan de wetenschap beschikbaar had gesteld. En ze dacht dat ze haar gezien haar leeftijd 'nu wel niet meer nodig zouden hebben'."
Neuroloog Gert Holstege vertelt nog altijd met smaak hoe hij samen met een ouderenpsycholoog direct in de auto sprong om mevrouw Van Andel in het bejaardentehuis in Hoogeveen op te zoeken. "Iemand die zo oud is en zich dit soort dingen afvraagt, vond ik uniek en wilde ik graag onderzoeken".
Kerngezonde hersenen
Hendrikje van Andel-Schipper, en haar hersenen, bleken kerngezond. Ze werd een bekende Nederlander als oudste mens van de wereld, tot ze in 2005, 115 jaar oud, aan de gevolgen van maagkanker overleed. Haar lichaam werd in vliegende vaart overgebracht naar Groningen, zodat haar hersenen in goede staat geconserveerd konden worden.
In het programma Nieuwslicht vertelde neuroloog Gert Jan Holstege hoe iedereen klaar stond om haar lichaam te onderzoeken:
De hersenen van Hendrikje van Andel-Schipper bleken vergelijkbaar met die van een 60-jarige. Daarmee werd bewezen dat degeneratie van de hersenen géén ouderdomskwaal is, maar een aparte ziekte.
Daarmee had Gert Jan Holstege ook de belangstelling gewekt van zijn dochter Henne. Zij is ook onderzoeker en liet haar werk aan de genetische achtergronden van borstkanker vallen om zich te gaan richten op het bestuderen van hele oude mensen.
Honderdjarigen onderzoek
Henne Holstege verzamelde een unieke onderzoeksgroep van proefpersonen die honderd jaar of ouder worden. "Negentig jaar worden is best bijzonder, maar wie zo oud wordt heeft nog altijd een kans van negentig procent om vóór z'n honderdste dement te worden."
Holstege vermoedde dat honderdjarigen "iets bijzonders hebben dat hen beschermt tegen alzheimer." Dat bijzondere lijkt ze nu gevonden te hebben. Vandaag werd bekend dat mensen met de genvariant Rs 72824905 een veel kleinere kans hebben om alzheimer en andere vormen van dementie te krijgen. Onder 100-plussers komt het gen twee keer zo vaak voor als onder mensen met lagere leeftijden.
De groep 100-plussers is te klein om statistisch betrouwbare uitspraken te kunnen doen, maar aangevuld met andere oude proefpersonen kan dat wel. Ook gedetailleerd onderzoek aan hun hersenen na hun dood kan de wetenschap verder brengen.
Henne Holstege is nog altijd dol op de unieke onderzoeksgroep van mensen van boven de 100. Ze zijn vaak goed bij de tijd zijn en uiterlijk nauwelijks te onderscheiden van hun kinderen die meestal tegen de tachtig lopen. Maar ze weet ook dat de zoektocht naar beschermende genvarianten neerkomt op "het zoeken van een speld in 10.000 hooibergen."
In april is daarom een grote studie begonnen waarin twee petabyte (een twee met vijftien nullen) aan data geanalyseerd wordt. Op zoek naar nog meer bescherming tegen alzheimer.