Nu alvast meekijken in Tel Aviv: 'Jaar eigenlijk te kort voor organisatie Songfestival'

• Martijn van der Zande

  verslaggever

Een beetje voorbarig is het misschien wel, maar ook wel heel handig en leerzaam. In Tel Aviv kijkt al een paar dagen een delegatie van de publieke omroep (NPO) rond bij de organisatie van het Songfestival. Het zou namelijk kunnen dat de 65ste editie van het liedjesfestijn volgend jaar in Nederland wordt gehouden.

De voortekenen voor Duncan Laurence zijn gunstig, hij staat bij de bookmakers al weken op 1. Sterker nog: de afgelopen dagen is zijn winkans alleen maar toegenomen. Vanavond bij de finale kan het kwartje zomaar zijn kant op vallen, al zijn daar natuurlijk wel de stemmen van de vakjury en de kijkers voor nodig.

Kijk het optreden van Duncan Laurence tijdens de halve finale terug:

Als Laurence wint, moet de NPO aan de bak. De publieke omroep heeft ongeveer een jaar de tijd om het Songfestival te organiseren. Dat is kort, heel kort voor een evenement van deze omvang. Uiteraard kan gebruik worden gemaakt van de kennis die afgelopen jaren is opgedaan, maar ieder land wil natuurlijk ook zijn eigen stempel op het evenement drukken.

"Het is niet ongebruikelijk dat een land dat goed staat alvast een kijkje komt nemen", zegt Sietse Bakker. Hij is een aantal jaar event supervisor van het Songfestival geweest en weet als geen ander wat er allemaal bij de organisatie komt kijken. Tegenwoordig is hij verantwoordelijk voor alles wat er online rond het Songfestival gebeurt. "Eigenlijk is een jaar te kort en moet het onmogelijke mogelijk worden gemaakt. Als je dus nu al kunt meekijken, kun je daar je voordeel mee doen."

Een van de belangrijkste vragen is natuurlijk: waar gaan we een eventueel Songfestival houden? Volgens Bakker moet je zo snel mogelijk het gesprek aangaan. "Als je wint, moet je om tafel met verschillende steden. Ze moeten uitgedaagd worden een mooie visie neer te zetten over hoe zij dit willen organiseren."

Kandidaten maken daarvoor een bidbook, waarin ook duidelijk staat hoeveel geld ze eraan willen besteden. "Je hebt de hulp van zo'n stad gewoon nodig, ook financieel", zegt Bakker. "Als het Songfestival in jouw stad wordt gehouden, is dat wat aandacht betreft een hoofdprijs."

Het Songfestival wordt meestal gehouden in een hoofdstad. De laatste jaren was alleen Malmö (2013, Zweden) daarop een uitzondering. In Amsterdam zijn er twee voor de hand liggende opties. De Ziggo Dome is er een van. Met 17.000 plaatsen is die zaal een stuk groter dan de Expo in Tel Aviv (7000 bezoekers). Een nadeel is dat er weinig ruimte is rondom de concerthal. Die heb je wel nodig voor kleedkamers, decorstukken, techniek en zo'n 1400 journalisten.

Ook de RAI in Amsterdam heeft interesse in het Songfestival - als dat dus inderdaad naar Nederland komt. Het complex heeft ervaring met de organisatie van grote internationale evenementen. Bovendien is het volgend jaar vijftig jaar geleden dat het Songfestival in de RAI werd gehouden. De Johan Cruijff Arena en Gelredome zijn geschikte voetbalstadions, omdat het dak dicht kan. Maar aangezien het voetbalseizoen dan nog niet helemaal is afgelopen, is dit zo goed als onmogelijk.

Andere steden kunnen ook meedoen aan de race. Ahoy in Rotterdam heeft veel ervaring met concerten. De grootste zaal heeft een capaciteit van ongeveer 16.000 plaatsen. Het voordeel van deze locatie is dat er veel hallen rondom zitten.

Dat geldt ook bijvoorbeeld voor het congrescentrum MECC in Maastricht. Met een capaciteit van 30.000 en veel ruimte voor kleedkamers, techniek en decor is het zeker een kanshebber. De stad heeft ook een symbolische waarde voor Europa: in 1992 werd met het Verdrag van Maastricht de basis voor de huidige Europese Unie gelegd.

Bijna 30 miljoen euro

Het Songfestival organiseren kost ook de hoofdprijs. Israël is dit jaar bijna 30 miljoen euro kwijt, daar zitten de kosten voor de beveiliging nog niet bij. "Maar er zijn ook opbrengsten", zegt Bakker. "Je hebt natuurlijk de kaartverkoop en sponsoren die geld in het laatje brengen. Verder moeten alle deelnemende omroepen ook een financiële bijdrage leveren."