Het eerste VAR-seizoen: 'Eerlijker, maar niet foutloos'
"Het is een mindfuck." Scheidsrechter Pol van Boekel vatte afgelopen februari na afloop van de wedstrijd Fortuna Sittard-Heerenveen de discussie over de videoscheidsrechter misschien nog wel het beste samen.
Als de eredivisie het dit seizoen zonder video-assistent-scheidsrechter (VAR) had moeten doen, was PSV en niet Ajax de laatste twee competitieronden ingegaan als koploper, bleek vanochtend uit een analyse van het eerste VAR-seizoen die databedrijf Opta Sports heeft gemaakt op verzoek van de NOS.
Is dit eerste seizoen met VAR geslaagd? En wat zou er nog kunnen verbeteren? We vroegen het aan NOS-chef voetbal Arno Vermeulen en topscheidsrechter Bas Nijhuis.
Vanaf de opening van de eredivisie, afgelopen augustus, was de VAR een vast terugkerend onderwerp in voetbaltalkshows. En bij koffieautomaten in het land. "Van tevoren had ik gedacht dat alle fouten in het voetbal zouden worden uitgebannen", zegt Vermeulen. "Een werelduitvinding, die VAR! Maar in de praktijk vraag je je soms af: wat gebeurt er allemaal?"
Onzeker
"Je merkt dat scheidsrechters er soms ook onzeker van worden", zegt Vermeulen. Gemiddeld gaat volgens een analyse van Opta Sports eens in de drie wedstrijden een scheidsrechter naar de kant om via videobeelden te checken of hij zijn beslissing moet herroepen. Maar het kan ook meerdere keren in een wedstrijd gebeuren. Vermeulen: "En drie keer naar de kant, dat is toch een beetje alsof je bij een dictee drie keer bent betrapt door de juffrouw."
Misschien niet toevallig is Van Boekel de scheidsrechter waarbij de videoscheidsrechter volgens een analyse van databureau Opta Sports het vaakst tussenbeide komt. Gevolgd door onder anderen Björn Kuipers, de nummer 1 van het nationale scheidsrechterskorps, die vorige week Barcelona-Liverpool floot.
VAR-interventies bij eredivisie-scheidsrechters in seizoen 2018/2019 tot nu toe
Scheidsrechter | |||
Pol van Boekel | 12 | ||
Björn Kuipers | 10 | ||
Dennis Higler | 10 | ||
Jeroen Manschot | 10 | ||
Drie scheidsrechters | 7 |
Een veel belangrijker vraag, vindt topscheidsrechter Bas Nijhuis, is of het hoofddoel van het eerste VAR-seizoen is geslaagd: het voetbal eerlijker maken. "De discussie gaat nu heel sterk over wat er mis gaat met dit nieuwe systeem. Dat geeft niks hoor, dat gebeurt in alle Europese landen. Maar ik stel vast: het komt veel vaker voor dat er een duidelijke fout wordt gecorrigeerd. Dat is pure winst, daar kunnen we met elkaar denk ik alleen meer blij mee zijn."
Dat betekent niet dat Nijhuis geen ruimte voor verbetering ziet. Tot zover de KNVB daar invloed op heeft, want de VAR-regels worden vastgesteld door de internationale spelregelcommissie IFAB. Nijhuis vindt dat onder meer de communicatie in het stadion beter kan: toeschouwers begrijpen vaak niet waarom een beslissing opeens anders uitvalt. "Laat gewoon maar zien op het grote scherm in het stadion naar welke spelsituatie we opnieuw beoordelen. Ik zou dat persoonlijk geen enkel probleem vinden, als het publiek met ons kan meekijken."
Arno Vermeulen pleit ook voor verbetering van de communicatie. En ook hij stelt vast dat het voetbal 'onder de streep' toch heeft geprofiteerd van de videoscheidsrechter. "Ze hebben er zeventig fouten van de scheidsrechter uit weten te halen dankzij de VAR. Dat betekent dat het voetbal eerlijker is geworden. Maar niet foutloos."