Nationale bijentelling vanwege koud weer verlengd
Omdat bijen die niet goed tegen de kou kunnen zich dit weekend niet lieten zien, wordt de Nationale Bijentelling verlengd tot komende vrijdag.
Zo'n 2600 mensen telden dit weekend ruim 19.000 bijen, meldt Nederland Zoemt, een project van verschillende natuurorganisaties. Vorig jaar deden aan de eerste telling 3500 mensen mee, zij turfden samen meer dan 36.000 bijen.
Er werden opvallend veel hommels geteld, die volgens hoogleraar Natuurlijk Kapitaal Koos Biesmeijer goed tegen de kou kunnen. "Ze zijn dichtbehaard en hebben nog een fysiek voordeel ten opzichte van andere bijen. Ze warmen zichzelf op met de vliegspieren in hun borst voordat ze naar een plant of bloem vliegen."
Honingbij meest geteld
De meest getelde bij is de honingbij, gevolgd door de wilde bij. Op nummer drie staat de rosse metselbij, die zich lekker voelt in stedelijk gebied en profiteert van de vele bijenhotels. Dat geldt ook voor de nummer vijf, de gehoornde metselbij.
Dorien Ackerman van Nederland Zoemt noemt de telling succesvol, ondanks de kou. "Het laat zien hoe betrokken mensen zijn bij het welzijn van de bij en de natuur. We verwachten dat er met de warme dagen op komst nog veel meer waarnemingen bijkomen."
Bedreigd
Met de Nationale Bijentelling wil Nederland Zoemt samen met LandschappenNL, Natuur & Milieu en Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid IVN bijhouden hoe het met de verschillende soorten gaat. De helft van de bijna 360 bijensoorten die in Nederland voorkomen, is bedreigd. Bijen zijn nog steeds belangrijk voor ons voedsel: 80 procent van de eetbare gewassen is afhankelijk van bijen voor de bestuiving. Ook zijn bijen voedsel voor vogels en zorgen ze voor voortplanting van wilde planten.
Volgens de organisatie moet zo'n vijf jaar achter elkaar worden geteld om trends in bijenpopulaties van tuinen helder te krijgen en invloeden zoals het weer uit te kunnen sluiten.