Voor eerst in 13 jaar minder euthanasiemeldingen, onduidelijk waardoor
Voor het eerst in dertien jaar tijd is het aantal euthanasiegevallen in 2018 gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Minister De Jonge heeft het naar de Tweede Kamer gestuurd.
De oorzaak van de daling met 7 procent ten opzichte van een jaar eerder is nog niet duidelijk. Het wachten is op het onderzoek dat De Jonge aankondigde na de eerste berichten over teruglopende cijfers. Dat moet later dit voorjaar verschijnen.
De Levenseindekliniek, waar ze mensen met een doodswens helpen die andere artsen vaak te ingewikkeld vinden, noemde vorige week in zijn jaarbericht een mogelijke verklaring. Volgens de Levenseindekliniek zijn artsen "nog behoedzamer" geworden sinds het Openbaar Ministerie een aantal strafrechtelijke onderzoeken aankondigde. De kliniek meldt een daling van het aantal ingewilligde hulpvragen in 2018, terwijl het aantal verzoeken om euthanasie nog wel licht steeg.
"Geen reden voor bezorgdheid"
Jacob Kohnstamm, de voorzitter van de regionale toetsingscommissies, ziet "geen reden voor grote bezorgdheid onder artsen". Hij wijst daarbij naar de cijfers: het afgelopen jaar oordeelde de RTE in 6 van de 6126 gemelde gevallen dat de euthanasie onzorgvuldig was. Daarbij ging het om minder dan 0,1 procent van het aantal meldingen.
Bovendien zijn twee van de vijf zaken die het Openbaar Ministerie de afgelopen jaren onderzocht al geseponeerd. In één geval heeft het OM besloten de arts in kwestie te vervolgen . Daarbij ging het om de levensbeëindiging van een vrouw die dement was in een vergevorderde fase. In twee andere onderzoeken moet justitie nog een beslissing nemen.
Kanker
Kohnstamm wijst erop dat de maatschappelijke discussie over euthanasie zich toespitst op psychiatrie en ernstige dementie, terwijl die gevallen slechts zelden voorkomen. Meer dan 90 procent van de meldingen draaide om patiënten die uitzichtloos en ondraaglijk leden door kanker of een andere ongeneeslijke of uitbehandelde ziekte.
Volgens Kohnstamm wordt het voor artsen juist steeds duidelijker waar zij zich aan te houden hebben. Zo publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie vorig jaar een richtlijn over "levensbeëindiging op verzoek bij patiënten met een psychische stoornis". Artsenorganisatie KNMG onderzoekt in welke fase het verantwoord is om euthanasie uit te voeren bij mensen in verschillende fasen van dementie. De oordelen van het OM helpen in de ogen van Kohnstamm ook bij het steeds duidelijker trekken van de grenzen in de euthanasiepraktijk.