Huurders en huiseigenaren iets minder kwijt aan woonlasten

Veel vaste lasten zijn de afgelopen jaren toegenomen, maar we zijn iets minder kwijt aan woonlasten. Uit cijfers van het CBS blijkt dat huurders en huiseigenaren de laatste jaren een iets kleiner deel van hun inkomen kwijt zijn aan hun woning. Voor zowel huurders als huiseigenaren daalden de lasten ten opzichte van 2015 met 0,4 procentpunt.

Het CBS keek naar alle uitgaven in verband met de woning, zoals belastingen, hypotheekrente en onderhoudskosten. Huurders zijn aanzienlijk meer van hun inkomen kwijt aan woonlasten dan huiseigenaren. Huurders betalen 38 procent van hun inkomen aan woonlasten, huiseigenaren 29 procent.

In de periode tussen 2012 en 2015 nam het verschil tussen huurders en huiseigenaren nog wel toe. Dat komt voor een groot deel doordat huurders hogere huren zijn gaan betalen, terwijl tegelijk de totale hypotheekschuld en de hypotheekrente voor huiseigenaren flink omlaag gingen.

De minst welvarende huishoudens zijn verhoudingsgewijs het grootste deel van hun inkomen kwijt aan woonlasten.

Nibud

Het Nibud berekende onlangs dat het totaal aan vaste lasten ten opzichte van het inkomen de afgelopen jaren wel flink is gestegen. Volgens de organisatie voor budgetvoorlichting zijn de vaste lasten 5 procent hoger dan tien jaar geleden. Onder vaste lasten vallen - naast huur en hypotheekkosten - energiekosten, verzekeringen en onderwijs.

De organisatie maakt zich vooral zorgen over huishoudens die zelfs meer dan 60 procent van hun inkomen besteden aan vaste lasten. "Idealiter is een huishouden niet meer kwijt dan de helft van zijn inkomen, uiteraard afhankelijk van het inkomen en de woonsituatie."

De toename van de vaste lasten verklaart volgens het Nibud dat veel huishoudens een achterstand hebben met het betalen van de rekening van de zorgverzekeraar, het energiebedrijf of het aflossen van de hypotheek.