Nederlandse inkomens al jaren gelijk, maar gadgets en kleding goedkoper
Het Centraal Bureau voor Statistiek becijferde vandaag dat de inkomens van Nederlandse werkenden de laatste tien jaar nauwelijks zijn veranderd. In hun sommen namen de rekenmeesters ook de prijzen van goederen en diensten mee. Dat houdt in dat de Nederlanders er gemiddeld niet op vooruit zijn gegaan, maar ook niet op achteruit.
Toch maakt het uit waar iemand zijn geld aan uitgeeft. Een huurder die van vis en bier houdt is er de afgelopen tien jaar op achteruit gegaan. Een kledingliefhebber met een huis vol gadgets houdt juist geld over.
Wonen is duurder, tv-kijken goedkoper
Wie dieper in de CBS-cijfers duikt, ziet dat kleding in 2018 bijvoorbeeld 4 procent goedkoper was dan in 2008 en grote huishoudelijke apparaten zoals koelkasten, strijkijzers en stofzuigers zelfs 9 procent. Audiovisuele apparatuur spant de kroon met een prijsdaling van 76 procent.
Daartegenover staat dat de huren en huizenprijzen flink zijn gestegen, net als de diensten van loodgieters, elektriciens en huisschilders. Ook tabak en alcoholische dranken en lasten voor riool en gas zijn in 2018 aanzienlijk hoger dan in 2008.
Over het algemeen zijn het vooral de vaste lasten die hoger zijn geworden. Eerder deze week becijferde het Nibud dat het aandeel van het inkomen dat op gaat aan de vaste lasten in de afgelopen tien jaar gemiddeld 5 procent is gestegen. Onder de vaste lasten verstaat het Nibud onder meer de uitgaven aan de huur of hypotheek, gas, water, licht, verzekeringen en onderwijs.
Het is natuurlijk fijn dat gadgets en televisies goedkoper zijn geworden. Alleen is het jammer dat we die niet zo vaak kopen.
"Een huishouden met een modaal inkomen en een gemiddelde huur is 55 procent van het inkomen kwijt aan vaste lasten en iemand op bijstandsniveau iets meer dan helft", zegt het Nibud. De organisatie maakt zich vooral zorgen over huishoudens die zelfs meer dan 60 procent van hun inkomen moeten besteden aan de vaste lasten. "Idealiter is een huishouden niet meer kwijt dan de helft van zijn inkomen. Uiteraard afhankelijk van het inkomen en de woonsituatie."
De woordvoerder van het Nibud beaamt dat lagere kosten voor kleding en een televisie de hogere vaste lasten deels opheffen. "Maar vaste lasten moet je maken, die kun je niet een maandje opschuiven." Daardoor zorgen de hogere lasten met name voor de lagere inkomens met kleinere buffers voor meer risico's.
Die zorgen deelt Ronald van Geuns, lector Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. "De inkomens zijn de laatste jaren niet mee gestegen met de vaste lasten. Het is natuurlijk fijn dat gadgets en televisies in die tijd wel goedkoper zijn geworden. Alleen is het jammer dat we die niet zo vaak kopen, en vooral de lagere inkomens niet", zegt Van Geuns.
Volgens Van Geuns geeft het CBS voor de lage inkomens een vertekend beeld door uit te gaan van het doorsnee inkomen. Terwijl hogere inkomens hun duurdere vaste lasten kunnen compenseren met lagere kosten voor bijvoorbeeld vakantievluchten, kunnen lagere inkomens dit niet.
"Lage inkomens hebben geen daling tegenover een stijging staan, omdat ze bijvoorbeeld überhaupt niet met het vliegtuig op vakantie gaan", zegt Van Geuns. "Waarschijnlijk blijft het te besteden inkomen van de lagere inkomensklasse dus helemaal niet gelijk."
Gematigd effect
Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS stelt dat het waarschijnlijk wel meevalt met de achteruitgang bij de lagere inkomens. "Ook de lage inkomens profiteren van dalende prijzen op bijvoorbeeld telefoons en telefoonabonnementen. Uiteindelijk hebben de duurdere vaste lasten dus maar een gematigd effect."
Van Mulligen voelt zich gesterkt door de cijfers voor de inkomensongelijkheid. "Die zijn al veertig jaar ongeveer hetzelfde. Dat laat zien dat lagere inkomens er waarschijnlijk als groep niet op achteruit gaat."
Maar dan blijft onverlet dat het nog steeds dat het uitmaakt waar je je geld aan uitgeeft. Iemand die rookt, drinkt en huurt zal inderdaad zijn uitgaven sneller hebben zien stijgen dan gemiddeld.