Laatste overlever van trans-Atlantische slavenhandel geïdentificeerd
Een onderzoekster van de universiteit van Newcastle is achter de identiteit gekomen van de laatste overlever van de trans-Atlantische slavenhandel, voor zover bekend. Het gaat om Redoshi, een vrouw die in 1860 in Amerika aankwam in een slavenschip en in 1937 is overleden op een plantage in Alabama, toen ze ongeveer 90 jaar was.
Eerder was de laatste overlever, van wie de identiteit bekend is, een man die in 1935 is gestorven. Waarschijnlijk zijn er ook slaven die later zijn overleden, maar die waren in de slavernij geboren en niet uit Afrika meegenomen.
Kindbruid
Onderzoekster Hannah Durkin kon details uit het leven van Redoshi in kaart brengen, doordat die in de 20e eeuw waren vastgelegd door geschiedkundigen en burgerrechtenactivisten. Durkin heeft deze ontdekking dus onder meer kunnen doen aan de hand van verslagen van ooggetuigen.
Aan burgerrechtenactivist Amelia Boynton Robinson heeft Redoshi bijvoorbeeld verteld over haar vreedzame leven in West-Afrika en de pijn die ze later heeft moeten doorstaan door de slavernij. Zo zorgden witte mannen op het slavenschip ervoor dat ze een kindbruid werd.
"Het is voor het eerst dat slavernij vanuit het perspectief van een West-Afrikaanse vrouw bekeken kan worden", zegt de onderzoekster. Andere documenten die het verhaal vertellen van Afrikaanse vrouwen tijdens de trans-Atlantische slavenhandel, zijn waarschijnlijk van slaveneigenaren.
Het onderzoek vertelt het verhaal van slechts één iemand, maar het laat ook de stem horen van anderen, die anders verloren zou gaan.
Redoshi werd in West-Afrika gekidnapt door slavenhandelaren. Durkin denkt dat ze toen 12 jaar oud was. Het schip, waarin Redoshi naar Amerika werd verscheept samen met 116 andere mannen, vrouwen en kinderen, was een van de laatste slavenschepen richting de Verenigde Staten.
In Amerika werd Redoshi verkocht aan een bankier die ook eigenaar was van een plantage. Ze leefde daar onder de naam 'Sally Smith'. Zelfs toen de slavernij vijf jaar na haar aankomst in de VS werd afgeschaft, besloot ze om tot haar dood op hetzelfde land te blijven werken samen met haar man, die ook uit West-Afrika kwam, en hun dochter.
Volgens Durkin bestond Redoshi's leven uit veel geweld. Een daad van verzet van haar was dat ze haar dochter haar moedertaal leerde. Ook behield ze haar Afrikaanse cultuur en identiteit. "Het onderzoek vertelt het verhaal van slechts één iemand, maar het laat ook de stem horen van anderen, die anders verloren zou gaan", zegt Durkin.
