Charles: slavenhandel was verschrikkelijke wreedheid
De Britse kroonprins Charles heeft in een toespraak in Ghana de slavenhandel "een verschrikkelijke wreedheid" genoemd "die een onuitwisbare schandvlek heeft achtergelaten".
Charles' woorden worden gezien als een belangrijke stap naar de officiële Britse erkenning van het leed en de schade die Groot-Brittannië heeft helpen veroorzaken in de tijd van de slavenhandel.
'Beschamende handel'
Van de zestiende tot de negentiende eeuw werden miljoenen Afrikanen als slaaf van West-Afrika naar Amerika verscheept, waar ze moesten werken op onder meer suiker- en koffieplantages. Over de aantallen is nog steeds discussie. Een gebruikelijke schatting is dat Europeanen zo'n 12 miljoen Afrikanen verscheepten, van wie er 1,5 miljoen aan boord stierven.
De Britten verboden in 1807 als eersten de slavenhandel, maar verscheepten in de 18e eeuw ook de meeste slaven. Charles zei hierover dat Groot-Brittannië trots kan zijn dat het de leiding nam bij de afschaffing van "deze beschamende handel", maar dat "we ook een verantwoordelijkheid delen om ervoor te zorgen dat de verwerpelijke verschrikking van de slavernij nooit vergeten wordt".
Compensatie
De Britse kroonprins bracht een bezoek aan fort Christiansborg in Osu, een van oorsprong Deens fort, vanwaar zo'n 1,5 miljoen mensen werden weggevoerd. Ghana was ook het centrum van de Nederlandse slavenhandel. In 1872 namen de Britten Ghana van Nederland over, in 1957 liet Groot-Brittannië Ghana onafhankelijk worden.
In 1833 verbood Groot-Brittannië na de slavenhandel ook de slavernij zelf. Slaveneigenaren in de Britse koloniën kregen compensatie, maar de slaven zelf kregen geen schadevergoeding. Over die laatste kwestie zei Charles bij zijn bezoek aan Ghana niets.
De prins is met zijn vrouw Camilla bezig aan een bezoek aan drie voormalige Britse kolonies in Afrika. Eerder was hij in Gambia, na Ghana gaat hij naar Nigeria, waarna hij naar Groot-Brittannië terugkeert voor de viering van zijn 70e verjaardag.