Minder proeven op apen, maar 'proefdiervrij' Nederland kan nog niet

Het aantal proeven op apen gaat de komende jaren met 40 procent omlaag. Nu zijn er in Nederland jaarlijks tussen de 200 en 250 medische proeven met apen en dat aantal wordt in stappen afgebouwd naar gemiddeld 120 tot 150 tests.

Minister Van Engelshoven heeft nieuwe afspraken gemaakt met het BPRC, het wetenschappelijk instituut in Rijswijk dat resus-, Java-, en witoorpenseelapen heeft. "Ik ben erg blij dat het instituut zegt dat een wezenlijke verlaging van het aantal testen op apen mogelijk is", zegt de minister van Onderwijs.

Zika-virus

De dieren worden niet gebruikt voor commerciële proeven, zoals het ontwikkelen van cosmetica. De apen worden alleen gebruikt voor medisch onderzoek naar ernstige ziekten zoals malaria, het zika-virus, aids, maar ook parkinson en alzheimer.

Kijk hier hoe de dieren leven:

De minister wil Nederland eigenlijk zo snel mogelijk dierproefvrij, maar zegt dat proeven op apen nog nodig zijn voor de bestrijding van gevaarlijke infectieziekten. "Er wordt hard gewerkt aan alternatieven, maar voorlopig nog niet zonder proefdieren." Alternatieven voor dierproeven zijn onder meer het kweken van organen en computersimulaties.

Geboortebeperking fokkolonie

De minister staat het instituut wel toe om meer dierproeven te doen bij een pandemie. Dan moet er snel een goed vaccin gevonden worden.

In 2018 is begonnen met geboortebeperking bij de dieren om de fokkolonie te verkleinen. Nu zitten in Rijswijk 1437 apen, dat moeten er in 2025 ongeveer 1000 zijn.