Vernietigende conclusies: ernstige tekortkomingen bij behandeling Michael P.
De Dienst Justitiële Inrichtingen, de gevangenis in Vught en een psychiatrische kliniek in Den Dolder zijn ernstig tekortgeschoten bij de behandeling van Michael P., de man die in 2017 Anne Faber verkrachtte en ombracht. Dat concluderen de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en de Inspecties Justitie en Veiligheid en Gezondheidszorg en Jeugd in twee onderzoeken.
Conclusies uit rapport:
- Behandeling Michael P. schoot tekort.
- Draaide vooral om agressie, niet om zedenverleden.
- Risico's voor maatschappij waren niet bekend.
- P. mocht al snel zonder begeleiding naar buiten.
- Structurele tekortkomingen in stelsel forensische zorg.
- Klinieken richten zich te veel op patiënt in plaats van beschermen samenleving.
De OVV stelt dat in de vier jaar dat P. behandeld werd, nooit is nagegaan welke risico's van hem uitgingen en hoe groot de kans was dat hij opnieuw in de fout zou gaan.
De maatschappelijke risico's van de plaatsing van P. in Den Dolder zijn door de instanties onvoldoende ingeschat, beamen de inspecties. "De procedures wekken de schijn dat zij voldoende gericht zijn op het beperken van risico's, maar dat blijkt niet het geval", schrijven ze.
Laks bij verlof
Ook bij het toekennen van vrijheden in de kliniek ging het mis. Zo werd in zijn geheel niet nagegaan of dat een gevaar zou opleveren voor de omgeving. Hij kon bijvoorbeeld al na anderhalve maand in de kliniek elke dag drie keer een uur zonder begeleiding naar het dorp Den Dolder.
"Het onderzoek laat zien dat de toekenning van vrijheden een routinematig uitgevoerde administratieve procedure was, in plaats van een weloverwogen gezamenlijke beslissing van de betrokken instanties", schrijft de OVV.
Daarbij komt dat het Openbaar Ministerie er niet bij werd betrokken en dat het verlof niet altijd ter goedkeuring werd voorgelegd aan het ministerie. Ook wist de gemeente Zeist, waaronder Den Dolder valt, niet dat P. in de kliniek zat noch dat hij naar buiten ging.
Voorzitter Joustra (OVV) denkt dat er belangrijke informatie over de zedenmisdrijven van Michael P. niet is overgedragen bij de overplaatsing naar Den Dolder:
P. werd in 2011 veroordeeld voor het verkrachten van twee minderjarige meisjes. Na een paar jaar vast te hebben gezeten in de gevangenis van Vught, werd hij overgeplaatst naar de forensische instelling in Den Dolder. Daar zou hij verder worden behandeld en voorbereid op terugkeer in de maatschappij.
Maar de onderzoeksraad stelt dat P. in de gevangenis vooral werd behandeld voor zijn agressie en drugsgebruik en niet voor zijn zedenverleden. Dat raakte daardoor steeds verder uit beeld.
Patiënt staat centraal, niet samenleving
Bij de overdracht naar de kliniek in Den Dolder werden de ernstige zedendelicten van P. bovendien niet meegenomen. De gevangenis in Vught zegt tegen de OVV dat P. daar geen toestemming voor gaf. De instelling in Den Dolder liet ook geen extra risicobeoordelingen uitvoeren. "Het ontbreekt aan gestructureerde risicotaxatie en voldoende risicomanagement", stellen de inspecties.
Het is een sectorbreed probleem, schrijft de OVV. "De nadruk ligt op zorg voor de patiënt en veel minder op de taak om de samenleving te beschermen tegen de risico's van terugkerende delinquenten."
De inspecties benadrukken in hun rapport dat alle problemen in de behandeling van P. geen verklaring geven voor het verkrachten en ombrengen van Anne Faber. "Geenszins staat vast dat een andere handelwijze van de betrokken organisaties recidive van P. had voorkomen."