Overheid kan nauwelijks optreden tegen verboden motorclubs
Gemeenten kunnen leden van verboden motorclubs niet dwingen hun hesje uit te trekken. Die leden kunnen bovendien gewoon een nieuwe club oprichten.
Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, in opdracht van Politie en Wetenschap, naar de bestrijding van outlaw motorcycle gangs (OMG's), ofwel motorclubs die zich schuldig zouden maken aan het faciliteren van zware criminaliteit.
Volgens de onderzoekers schiet de wet nu op veel punten tekort, waardoor de gevolgen van een verbod op motorclubs voorlopig beperkt blijven. Ook zetten ze vraagtekens bij het huidige beleid van de overheid tegen motorbendes.
Dwarsbomen
In 2012 begon Nederland met een 'integrale aanpak' van outlaw motorcycle gangs. Op allerlei manieren worden deze clubs gedwarsboomd: gemeenten sluiten clubhuizen, houden evenementen tegen en voeren 'stopgesprekken' met ondernemers die zich inlaten met de motorclubs.
Tegelijkertijd probeert het Openbaar Ministerie via de rechter om 'criminele' clubs verboden te krijgen. Tot nu toe zijn twee OMG's (deels) verboden door de rechtbank en het gerechtshof: Satudarah en Bandidos.
Sindsdien worstelen onder andere de politie en burgemeesters met de vraag wat dat concreet inhoudt. Kunnen ze nu actie ondernemen op basis van een clubverbod?
Nauwelijks, blijkt uit de studie van de Groningse universiteit. Volgens Joep Koornstra, een van de onderzoekers, heeft dat te maken met onduidelijke wetgeving. Daardoor valt een verbod niet goed te handhaven.
Ook kan de overheid pas optreden tegen leden van een verboden motorbende als het clubverbod onherroepelijk is. Dat duurt al gauw jaren. Op dit moment is nog geen enkele rechterlijke uitspraak definitief.
Volgens de onderzoekers mogen gemeenten leden van motorbendes niet verbieden in hun hesje in de kroeg te komen of over straat te gaan, zolang het verbod niet definitief vaststaat. Toch hebben Echt-Susteren en Sittard eerder een full colour-verbod ingesteld, terwijl Den Bosch en Zwijndrecht de vergunning van kroegbazen kunnen intrekken als zij motorclubleden over de vloer krijgen.
"Een kledingvoorschrift is in strijd met de grondwet", zegt onderzoeker Joep Koornstra. "Je mag zelf weten hoe je je kleedt. De lokale regelgever mag daar niet aan tornen, hoe vervelend sommigen dat ook vinden." Dat geldt zelfs als een motorclub definitief is verboden, vermoedt Koornstra.
Verzuimd
Volgens de onderzoekers heeft Nederland verzuimd uitdrukkelijk in de wet vast te leggen wat de precieze gevolgen moeten zijn van een verbod.
Waar in Duitsland wettelijk is bepaald dat leden van verboden clubs per direct geen clubkleding meer mogen dragen en geen vervangende organisatie mogen oprichten, is dat in Nederland niet expliciet geregeld.
Koornstra: "Wij vinden dat de gevolgen uitdrukkelijk in de wet moeten worden vastgelegd. Nu ben je afhankelijk van hoe de rechter zo'n clubverbod interpreteert." Het is dus afwachten wat de hoogste rechter allemaal onder een verbod vindt vallen, zegt hij.
Mediastrategie
De onderzoekers hebben ook gekeken naar het beleid tegen OMG's van de afgelopen jaren. Met een uitgekiende mediastrategie probeert de overheid het stoere imago van de clubs te breken en ze consequent neer te zetten als criminele organisaties. Zo stuurde de politie zelfs een persbericht over een fietsendiefstal, waarin stond dat de verdachte lid was van een outlaw motorcycle gang.
Deze mediacampagne is twijfelachtig, vinden de onderzoekers. Koornstra: "Het stempel of je crimineel bent, is voorbehouden aan de strafrechter. Als jij als overheid clubs die nog niet verboden zijn toch structureel als crimineel neerzet, dan wringt dat met de uitgangspunten van onze rechtsstaat."
Stopgesprekken
Ook de stopgesprekken van gemeenten zijn dubieus, stellen de onderzoekers. "Het staat de overheid vrij om met iemand in gesprek te gaan. Maar op het moment dat de overheid heel veel druk uitoefent op een horecaondernemer om een OMG te weigeren in zijn café, dan krijgt dat gesprek een dwingend karakter en vormt het een inbreuk op het recht van vereniging en vergadering."
Of een gemeente een vergunning mag weigeren voor een evenement waarbij een OMG-lid is betrokken, hangt erg af van de omstandigheden. Een clubhuis sluiten mag als er drugs of wapens zijn gevonden, maar niet alleen maar omdat het wordt gebruikt door een motorbende.
Ook hier schiet de wet opnieuw tekort, blijkt uit het onderzoek. In de wet staat niet dat een club verbieden ook betekent dat de club meteen moet worden ontmanteld. "Het kan nu wel, maar je moet ermee oppassen. Als je een clubhuis direct na een verbod afbreekt en een hogere rechter bepaalt dat de club toch niet verboden is, dan heb je een probleem."
Nieuwe club
Ook kunnen leden van een verboden OMG gewoon weer een nieuwe club oprichten. "Het OM is stellig van mening dat dat niet mag, maar het staat nog niet in de wet. Als de nieuwe club afstand neemt van het handelen van de oude club, dan valt dat niet onder het verbod."
Om die reden staat nu in een recent wetsvoorstel dat bestuurders van een verboden club geen nieuwe club mogen oprichten. "Dat is een stap in de goede richting", aldus Koornstra.