NOS Voetbal

Gerrie Mühren en het kunststukje in Bernabéu: 'Het was intimidatie'

  • Bastiaan Thuijsman

  • Bastiaan Thuijsman

Mühren houdt hoog in volgepakt Bernabeu

De pass van Wim Suurbier zoeft zachtjes door de Madrileense avondlucht. Een meter of dertig, iets meer dan 2,5 seconden, voordat de linkerschoen van Gerrie Mühren alle vaart uit de bal haalt. Gevolgd door een vertoon van ongekende superioriteit.

De bal valt loodrecht naar beneden. Richting het gras van Estadio Santiago Bernabéu, stadion van Real Madrid, dat op die 25ste april 1973 met Ajax strijdt om een plekje in de finale van de Europa Cup I. Het Ajax van Johan Cruijff.

En Mühren dus, die kort na rust de score heeft geopend. Een belangrijke goal, maar in het collectief geheugen 'overschreven' door diens kunststukje daarna.

Intimidatie

"Het was intimidatie", weet Auke Kok, schrijver van meerdere (sport)boeken over Ajax en Oranje en bezig met een biografie van Johan Cruijff. "Bluf, zo van: wij maken hier de dienst uit. Dat paste ook wel in die wedstrijd."

Gerrie Mühren overlijdt op 19 september 2013

Kok: "Ajax stond met 1-0 voor, had thuis nogal moeizaam met 2-1 gewonnen, maar van zenuwen zag je niks. Het was een uitermate zelfbewust en goed ingespeeld elftal. Ze hadden toen ook al twee keer de Europa Cup gewonnen."

Met zijn rechtervoet tikt Mühren de bal weer omhoog, terug naar waar-ie vandaan kwam.

Dan een tikje met links, iets harder ditmaal, en weer met rechts. Niet gehinderd door de wetenschap dat 110.000 Real-fans toekijken. Of door lastige tegenstanders. Die bieden Mühren alle gelegenheid zijn macht, Ajax' macht, tentoon te spreiden.

Triomfantelijk

"Op het moment dat Mühren de bal aanneemt, staat er in een cirkel van tien meter niemand om hem heen", aldus Kok. "Dat heeft ook iets triomfantelijks: ik sta hier en ze durven mij niet aan te pakken. Echt een demonstratie van superioriteit."

Kok: "Daaraan voorafgaand zie je ook spelers bijna demonstratief rustig aan doen, een beetje wandelen met de bal, zo van: dit gaan we niet meer uit handen geven. Ook Neeskens en Suurbier, normaal gesproken dienende spelers."

Het is een symbolisch moment, zegt Mühren er tien jaar geleden zelf over, vier jaar voordat hij overlijdt aan de gevolgen van MDS, een beenmergziekte.

Mühren: "Het betekende dat Ajax op dat moment boven Real Madrid begon te komen. Het grote Real Madrid liet mij gewoon dat balletje een paar keer hooghouden, niemand viel me aan."

Het 'balletje' ploft op de linkerwreef van Mühren en blijft daar roerloos liggen. De middenvelder legt hem op het gras, terwijl op de tribunes een enkeling begint te fluiten.

"Hij was een heel nuchtere speler verder. Dat maakt het extra grappig", vindt Kok. "Als iemand niet een beetje stoer ging doen, dan was hij het wel. Dat maakte het nog iconischer dan wanneer bijvoorbeeld Piet Keizer het gedaan had."

Gerrie Mühren (derde van links) maakt de enige treffer in het Estadio Santiago Bernabéu

Een beetje stoer doen is het inderdaad niet, onthult Mühren begin jaren 90 in zijn autobiografie 'Voetbal is een feest'. De 10-voudig international spreekt van een "onbewuste act".

Dat hij de bal een aantal seconden op zijn "wreef liet dansen" was volgens Mühren niet om op te vallen. "Integendeel zelfs. Ik wachtte gewoon op Ruud Krol."

Als Krol op z'n dooie akkertje langs komt lopen, veegt Mühren de bal naar de linksback. Een passje vol nonchalance, het perfecte slotstuk van vier - want langer duurde de jongleursact niet - superieure seconden.

Ajax pakt dat seizoen (1972/1973) voor het derde jaar op rij de Europa Cup I

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl