Duitsland van de kolen af? ‘Banen komen hier niet uit de lucht vallen’
Wat gaat Duitsland doen met z'n kolencentrales? Met spanning wordt uitgekeken naar het advies van de 28-koppige Kolencommissie van de regering, dat vandaag wordt verwacht.
Wil Duitsland haar eigen milieudoelstellingen halen, moeten de bruin- en steenkolencentrales dicht. Daar zijn de meeste betrokkenen het wel over eens, maar de commissie heeft de opdracht om uit te zoeken hoe snel dat kan.
Milieuorganisaties zouden het liefst zien dat de vervuilende centrales voor 2030 allemaal dicht zijn. Maar wat doet dat met de prijs van stroom? En hoe zit het met de tienduizenden werknemers die dan werkloos raken? De commissie moet ook met voorstellen komen hoe te voorkomen is dat deze kolenregio's te hard worden getroffen.
Vooral in de Lausitz, een regio in het oosten van Duitsland, vrezen ze het oordeel van de commissie. Bruinkool is er een belangrijke levensader. In de fabrieken en afgravingen werken meer dan 8000 mensen. Vakbonden, fabriekspersoneel, maar ook bewoners van de regio waarschuwen dat een overhaaste Kohleausstieg (zoals het sluiten van de kolencentrales wordt genoemd) de regio ongenadig hard zal treffen.
In Peitz, een stadje onder de rook van de centrale Jänschwalde, is de Kohleausstieg het gesprek van de dag. In slagerij annex lunchroom Schwella verzamelen zich Peitzenaren voor een stevig Mittagessen. Vandaag op het menu: goed gevulde groentesoep en bloedworst met aardappelpuree.
"De regering heeft dit niet goed doordacht. Het is onzin", zegt Herbert Klein, die vroeger ook "in de bruinkolen" zat. Een vriend valt hem bij: "Er is op dit moment geen andere industrie die het werk in de kolencentrale zou kunnen vervangen. Wat denken ze: dat de banen uit de lucht komen vallen?"
Even verderop zit Dieter Nitschke met zijn vrouw en zoon. Hij nuanceert en zegt: "Natuurlijk moeten de kolencentrales dicht, ze zijn te vervuilend, maar niet voordat er een goed plan ligt. Er moet nieuwe industrie komen en het is de taak van de regering om ervoor te zorgen dat bedrijven zich hier vestigen."
Jörg Krakow, burgemeester van de stad Peitz, herkent de angst bij de bewoners. Ook hij is bang voor de consequenties van het verdwijnen van de kolencentrale. "Er werken 800 mensen uit Peitz in de centrale zelf, maar je moet niet onderschatten hoe alles er mee is verbonden: ook de watervoorziening, het openbaar vervoer, de winkels. Als er geen fabriek meer is, is er ook veel minder behoefte meer aan dat soort diensten.
Volgens Krakow is de angst extra groot, "omdat ze het allemaal al een keer hebben meegemaakt". In de vroege jaren 90, na de Duitse eenwording, is in Peitz bijna alle industrie weggetrokken, behalve de kolencentrale.
Met de banen verdwenen ook de jongeren uit de regio. Zeker een derde van Peitz is na die Wende uit de stad weggetrokken. Burgemeester Krakow: "Dat willen we niet een tweede keer meemaken."
Wat moet hier de bruinkolen gaan vervangen? De landelijke regering heeft de regio al miljarden toegezegd voor de Strukturwandel, de structurele transitie van de regio. Er is sprake van een grote batterijenfabriek voor elektrische auto's, die in de Lausitz gebouwd gaat worden. En van een pantserdivisie van het leger en overheidsdiensten die naar de Lausitz gaan.
Plannen, maar nog niks concreets, en dat is vooral voor de jongeren in Peitz en omgeving vervelend. "Ik vind het moeilijk om over de toekomst na te denken", zegt Otto van 17 (die zijn achternaam liever voor zich houdt).
Hij wordt in de kolencentrale opgeleid tot technicus. "Het liefst zou ik ook hier blijven werken. Hier is mijn Heimat, mijn familie, vrienden. Daarnaast is het ook mooi, we hebben het bos voor de deur. Maar ja, als de centrale verdwijnt, weet ik niet of er nog werk voor me is."
Ook Tobias Spiller, net als Otto in opleiding bij de centrale, houdt het nieuws over de Kohleausstieg goed in de gaten. "Ik wil hier ook blijven. Ik hoop dat ze flink gaan inzetten op nieuwe technologieën, e-batterijen, zonne-energie, want ik vind ook het milieu belangrijk. Maar op dit moment weet ik niet wat er gaat komen."
De jongens praten even met de burgemeester en vragen hem of hij meer weet. Hij kan ze niet geruststellen, maar heeft nog wel wat opbeurende woorden voor ze. "De stad Peitz bestaat al 700 jaar. We waren er voor de kolen, en zullen er ook na de kolen nog heel lang bestaan."