Raadselachtige radioflitsen uit de ruimte iets minder mysterieus
Ze worden zelden waargenomen en hoe en waar ze precies ontstaan is vooralsnog een grote vraag: snelle radioflitsen uit de ruimte. Toch zijn astronomen deze week weer iets dichter bij het oplossen van dit raadsel gekomen.
Canadese sterrenkundigen publiceerden twee artikelen in het gerenommeerde tijdschrift Nature over waarnemingen van een nieuwe radiotelescoop. Voor de tweede keer ooit werd een zich herhalende snelle radioflits gedetecteerd.
De fast radio bursts, die miljarden jaren onderweg waren naar de aarde, werden pas in 2007 ontdekt. Sindsdien waren er slechts zestig waarnemingen. Met hun CHIME-telescoop vonden de Canadezen in een periode van drie weken dertien nieuwe signalen. En dat terwijl de telescoop nog niet eens op volledige capaciteit draaide.
"Met meer 'herhalers' en meer plekken waar we onderzoek kunnen doen, kunnen we deze kosmische puzzel mogelijk oplossen", zegt de Canadese astrofysicus Ingrid Stairs.
De Nederlandse onderzoekers Jason Hessels en Huib Jan van Langevelde, niet betrokken bij dit onderzoek, zijn erg enthousiast over de nieuwe waarnemingen. "Voor ons is dit enorm goed nieuws, want nu weten we weer iets meer", zegt Van Langevelde.
"Het is geweldig, dit betekent heel veel voor het vakgebied", vult Hessels aan. "Het komt niet vaak voor dat we een heel nieuw verschijnsel ontdekken. Dat gebeurde ruim tien jaar geleden wel. Als je dan beter begint te begrijpen hoe je daarop kunt focussen door een telescoop te bouwen of anders in te richten, kan je ineens een hoop voortgang boeken."
Volgens Van Langevelde hebben de Canadezen op een congres afgelopen week verteld dat ze sinds hun waarnemingen waarover ze publiceerden nog vele tientallen snelle radioflitsen hebben opgevangen. "Die telescoop, die hier in eerste instantie niet voor is ontworpen, blijkt enorm geschikt om zulke dingen te vinden."
De wetenschappers herleidden de afgelopen jaren met collega's de bron van die andere herhalende radioflits. Die flits was in 2015 in Puerto Rico gedetecteerd. Van Langevelde: "Wij hebben destijds de afstand tot dat ding bepaald en aangetoond dat het in een ver melkwegstelseltje lag. Collega's waren sceptisch en dachten dat zo'n repeater een zeer zeldzaam fenomeen was."
Hessels zegt dat het aardige is dat ze nu een vergelijking kunnen maken met die van de Canadese onderzoekers. Ook heeft hij meteen een voorstel geschreven om de Canadese ontdekking met de Nederlandse Lofar-telescoop te bekijken. "Zo hopen we te ontdekken hoe de omgeving van die repeater eruitziet."
Voorheen waren er meer theorieën dan waarnemingen.
Maar de vraag waar die radioflitsen precies vandaan komen, is nog niet beantwoord. Volgens de Canadese onderzoekers vertoonden de signalen tekenen van verstrooiing, wat weer duidt op een krachtig astrofysisch object als bron.
"De meest gehoorde hypothese is dat de radioflitsen worden uitgezonden door heel jonge neutronensterren", zegt Van Langevelde. "Als die ontstaan, hebben ze heel extreme karakteristieken. Ook kunnen ze zich in een heel druk gebied bevinden, in een nevel met bijvoorbeeld een zwart gat, waardoor hun straling wordt verstrooid. Dat kan ook verklaren waardoor ze maar af en toe een flits geven."
Buitenaards leven?
Dankzij deze nieuwe studies is het aantal theorieën in elk geval een stuk afgenomen, zegt hij. "Voorheen waren er meer theorieën dan waarnemingen." Of zoals een Canadese collega het verwoordt: "We hebben het probleem nog niet opgelost, maar we hebben wel veel meer stukjes van de puzzel."
En kunnen deze signalen niet door een buitenaardse beschaving zijn verzonden? Dergelijke ideeën doet Van Langevelde gedecideerd af als onnodig.