De oorlog in Oost-Oekraïne is gewoon geworden
Welke herinneringen hebben onze correspondenten aan 2018? Deze week blikken zes correspondenten terug in een reeks persoonlijke verhalen. Vandaag David Jan Godfroid, die zag hoe oorlog op termijn gaat wennen.
Marioepol, een havenstad aan de Zee van Azov. Ik was er al tijden niet meer geweest, maar het incident met schepen van de Russische kustwacht en de Oekraïense marine op 25 november nabij de Straat van Kertsj noopte me er toch maar weer eens naartoe te gaan. Vliegen via Warschau - directe vluchten zijn er al lang niet meer tussen Rusland en Oekraïne - naar Zaporizha in Zuid-Oekraïne. Vijf uur lang bonken over wegen waar al jarenlang geen onderhoud aan is gepleegd, twee checkpoints en dan is daar Marioepol. Ik herkende direct de zware lucht van de hoogovens.
In het voorjaar van 2014 was ik er ook. In die turbulente periode ging de stad een paar keer over en weer tussen de door Rusland gesteunde separatisten en de Oekraïense regeringstroepen. Er waren net twintig separatisten gedood bij een aanval van het leger op het lokale hoofdbureau van politie, waar zij zich hadden verschanst.
De stad lag vol met gekantelde vrachtwagens, gebroken glas, kapotgeschoten militaire voertuigen. Het stadhuis was zwart geblakerd, ambtenaren zochten bijeen wat niet was verbrand. Uiteindelijk zou Marioepol, anders dan het honderd kilometer verderop gelegen Donetsk, onder controle blijven van de Oekraïense regering.
Van de spanning, die destijds om te snijden was, bleek niet veel meer over te zijn. Het incident bij de Straat van Kertsj had daar geen verandering in gebracht. "We leven al bijna vijf jaar op een paar kilometer van de frontlinie", zei een man die stond te vissen onder de rook van een van de gigantische staalfabrieken. "We zijn eraan gewend geraakt."
Mijn bezoek aan Marioepol bracht niet alleen de gebeurtenissen ter plaatse terug. Als in een film trok heel 2014 aan me voorbij. Ik herinnerde me Maidan, het centrale plein in Kiev waar uiteindelijk honderdduizenden in de ijzige kou wekenlang schreeuwden om het vertrek van president Janoekvitsj, die het Associatieverdrag met de EU onder druk van Rusland in de prullenbak had gegooid. De gewelddadige afloop, waarbij meer dan honderd doden en honderden gewonden vielen. De machtsovername door de oppositie.
Het vervolg speelde zich ruim achthonderd kilometer naar het zuiden af. 'Kleine groene mannetjes', Russische militairen zonder onderscheidingstekens, bezetten strategische posities. Lokale pro-Russische politici namen de macht over, organiseerden in allerijl iets wat ze een referendum noemden. Zoals te verwachten viel, werd op de meeste stemformulieren het 'ja' aangekruist: 'hereniging' van de Krim met Rusland.
Er volgde onrust in tal van grote en kleinere steden: Donetsk, Loegansk, Charkiv, Odessa, Marioepol, Kramatorsk, Horlivka. Het scenario was steeds hetzelfde. Pro-Russische menigtes verzamelden zich voor officiële gebouwen, die ze na enige tijd bestormden en bezetten.
De acties werden steeds gewelddadiger. Er bleken tal van gewapende milities in Oekraïne rond te lopen. Achter de schermen had Rusland een dikke vinger in de pap, ook militair. Toen de kruitdampen waren opgetrokken, waren alleen de steden Donetsk en Loegansk en omgeving nog in handen van de separatisten, maar Rusland had wat het wilde: een instabiel Oekraïne dat aansluiting bij de EU en de NAVO wel kon vergeten.
Te midden van alle onrust werd op 17 juli 2014 ook nog een verkeersvliegtuig uit de lucht boven Oost-Oekraïne geschoten, vlucht MH17 van Malaysia Airlines. 298 mensen kwamen om, onder wie 193 met de Nederlandse nationaliteit. Nederland werd een conflict binnengezogen, waar het niets mee te maken had. Alle tekenen wijzen erop dat het vliegtuig werd neergehaald door een Russische BUK-raket.
In alle chaos en verwarring hield ook Oekraïne de handen niet schoon. Begin mei 2014 vielen er in Odessa tientallen doden in een gebouw dat was bezet door pro-Russische demonstranten. De nieuwe machthebbers slagen er tot op de dag van vandaag niet in de extreemrechtse groeperingen die daar ontegenzeggelijk een rol speelden terug te krijgen in hun hok.
Sterker nog, extreemrechts bleef prominent aanwezig in Oekraïne: in de vrijwilligersbataljons aan het front in Oost-Oekraïne, bij het geweld tegen demonstraties voor homorechten in de hoofdstad Kiev en bij de behandeling van zo ongeveer alle wetsvoorstellen in het parlement waarvan ze vinden dat ze niet ver genoeg gaan.
Over al die gebeurtenissen mijmerde ik in Marioepol.
Ik probeerde te beseffen wat dat betekent: "We zijn eraan gewend geraakt." In Kiev merk je er niet veel van en zelfs op een steenworp afstand van de frontlijn halen veel mensen hun schouders erover op. De rest van de wereld heeft het veel drukker met andere dingen: Syrië, Jemen, Trump, gele hesjes, Marrakesh en Katowice.
Het lijkt alsof alleen de inwoners van het Oost-Oekraïense conflictgebied zich nog zorgen maken. Zij hebben dan ook jaar in, jaar uit te maken met exploderende granaten in hun achtertuin. Zij staan uren, zo niet dagen in weer en wind te wachten bij controleposten als ze vanuit Donetsk naar Marioepol moeten voor een bezoek aan de oogarts. Zij zien hun wensen en verlangens gedwarsboomd door een conflict waar geen einde aan lijkt te komen.
De oorlog is gewoon geworden, maar niet voor hen.