Defence for Children hoopt op Nederlandse rechtszaak IS-kinderen
Kinderrechtenorganisatie Defence for Children is blij met de uitspraak van de Belgische rechter die heeft bepaald dat de overheid zes Belgische kinderen moet terughalen uit Syrië.
De kinderen waren met hun vaders en moeders naar Syrië afgereisd. Hun vaders sloten zich aan bij IS. Toen ze sneuvelden, stonden de moeders er met hun kinderen alleen voor. De zes kinderen en twee vrouwen worden nu opgevangen in een kamp dat wordt geleid door Koerden.
In het kamp in Syrië zitten ook Nederlandse vrouwen en kinderen, maar de Nederlandse regering wil ze niet ophalen. Defence for Children hoopt dat de uitspraak "een positieve wending" geeft aan het politieke debat in Nederland en dat er hier ook een rechtszaak komt, aangespannen door een van de moeders of een familielid van de kinderen.
"De rechter heeft gekeken naar de rechten van de kinderen en niet naar wat de ouders hebben misdaan", zegt juriste Mariëlle Bahlmann van de organisatie in radioprogramma Nieuws en Co. Volgens haar gaat het niet goed met de kinderen in de kampen. "Er zijn zorgen over hun ontwikkeling en gezondheid. Als de moeders hun kinderen niet goed kunnen beschermen, moet de overheid ingrijpen, zegt de Belgische rechter."
Bahlmann zegt dat de kinderen pas naar Nederland kunnen komen als ze zich op eigen kracht melden bij een Nederlands consulaat. "Dat is er alleen niet in Syrië wat betekent dat ze de grens moeten oversteken naar Irak. Het probleem is alleen dat ze geen paspoort hebben, waardoor ze vastzitten in de kampen."
Volgens haar is er wel een terugkeerplan, dat is opgesteld door de Raad voor de Kinderbescherming, als het de vrouwen en kinderen lukt om naar Nederland te komen. "Daarin staat waar de kinderen gaan wonen, bijvoorbeeld bij familieleden die van tevoren zijn gescreend, of in een pleeggezin. Daar staat ook in of de kinderen een behandeling nodig hebben. Er is al goed naar ze gekeken, de kinderen zijn in beeld."