Oud-premier Curaçao definitief veroordeeld
Oud-premier Gerrit Schotte van Curaçao moet definitief drie jaar de gevangenis in. Ook mag hij zich vijf jaar lang niet verkiesbaar stellen voor het parlement. De Hoge Raad in Nederland ziet geen redenen om het arrest te vernietigen. Ook de straf van zijn levenspartner, Cicely van der Dijs, blijft in stand. Zij moet negen maanden zitten.
De eerste premier van het autonome Curaçao werd zowel bij de rechtbank als in hoger beroep veroordeeld voor omkoping, valsheid in geschrifte en witwassen. Het hof achtte destijds bewezen dat Schotte geld heeft aangenomen van Francesco Corallo, een Italiaanse casinobaas op Sint-Maarten. Het geld werd gebruikt voor een verkiezingscampagne van Schottes partij, de Movementu Futuro Kòrsou (MFK).
In ruil voor het geld zou Corallo zeggenschap in de regering krijgen. Zo bleek bij de eerdere rechtszaak tegen Schotte dat Corallo besliste wie er minister werd. Volgens het OM diende Schotte meer de Italiaanse casinobaas dan het volk.
Grove fouten
Advocaat Geert-Jan Knoops, die de verdediging in hoger beroep en voor de Hoge Raad voerde, vond dat Schotte niet vervolgd mocht worden, omdat justitie in Willemstad grove fouten zou hebben gemaakt.
Zo zou bij de start van het onderzoek nog geen verdenking tegen Schotte hebben bestaan en zouden politieke motieven van justitie de eerste stappen in het strafonderzoek hebben bepaald. Er zou vervolgens actief naar bewijs gezocht zijn.
Tijdens de rechtszaken zou vervolgens een verkeerde voorstelling zijn gegeven van het verloop van het onderzoek, waardoor de beschuldigingen wel onderzocht konden worden. Volgens Knoops is het Openbaar Ministerie in Willemstad daarom niet ontvankelijk en had het daarna verkregen bewijs moeten worden uitgesloten.
Gelekte informatie
De advocaat-generaal van de Hoge Raad oordeelde eerder al dat op het moment dat het Openbaar Ministerie vervolging instelde, er wel voldoende verdenking bestond en dat het in de lijn van de verdediging had gelegen om de bewijzen tegen Schotte te weerleggen. Dat is niet gebeurd.
Een deel van het bewijs tegen de oud-premier komt voort uit gelekte informatie van de Veiligheidsdienst Curaçao (VDC) en het Meldpunt voor Ongebruikelijke Transacties. Maar dat kan volgens de Hoge Raad niet worden toegeschreven aan het Openbaar Ministerie.