Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat tijdens het debat over de Stint.
NOS NieuwsAangepast

Minister: toezicht op Stints inderdaad niet in de wet geregeld

Verkeersminister Van Nieuwenhuizen zegt dat het toezicht op elektrische voertuigen zoals de Stint, waarmee dagelijks over de openbare weg vele kinderen werden vervoerd, inderdaad niet in de wet is geregeld. Zij wil onderzoeken of strengere regelgeving mogelijk en gewenst is.

In het debat over het dodelijke ongeval met een Stint bevestigde zij deze conclusie van de Tweede Kamer. Bij het ongeluk kwamen op 20 september vier kinderen om het leven en raakten een kind en een volwassene zwaar gewond. Er lopen diverse onderzoeken, naar het ongeval zelf en naar het voertuig.

De Stint, een elektrische bolderkar, is in 2011 gecontroleerd op veiligheid volgens de normen van een wet die is bedoeld voor bromfietsen en andere innovatieve vervoermiddelen die bedoeld zijn voor één persoon.

Minister Van Nieuwenhuizen blikt terug op hoe die wet tot stand kwam: "De Tweede Kamer wilde zelf in 2009 geen kentekenplicht, rijbewijsplicht of verplichte training invoeren." Dat was om innovatieve projecten niet tegen te werken. Wel werd in de wet vastgelegd dat er per type voertuig naar de technische vereisten wordt gekeken. Dat gebeurde dus ook in 2011 bij de Stint.

De minister werkt aan nieuwe regels, want in de Tweede Kamer denkt men er nu ook anders over dan tien jaar geleden:

Minister: tien jaar geleden vond men controle niet nodig, maar nu is dat anders

Geen toezicht

Inmiddels zijn er 3500 exemplaren bij de fabrikant gekocht, grotendeels door kinderdagverblijven. De fabrikant heeft sinds die eerste veiligheidscontrole de motor sterker gemaakt en de bedrading en beveiliging veranderd. Dit is niet gemeld bij of gecontroleerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). En die hoeft zelf ook geen toezicht te houden, bleek tijdens het Kamerdebat.

De niet-gemelde technische aanpassingen, maar ook meldingen van technische mankementen en ander feitenonderzoek door de ILT waren redenen voor Van Nieuwenhuizen om de Stints op 1 oktober tijdelijk van de weg te halen.

Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt dit besluit. Wel willen de Kamerleden dat de vervoersproblemen van kinderdagverblijven door de minister worden opgelost. "De opvang zegt dat er nu ook onveiligheid bestaat zoals vervoer in privé-auto's of kinderen aan een touwtje over straat", zegt PvdA-Kamerlid Van Dijk.

Boetekleed

De minister bood de Kamer excuses aan voor het te laat doorsturen van een proces-verbaal van een medewerkster uit de kinderopvang. "Ik trek het boetekleed aan", zei ze.

Het eerste proces-verbaal van de bezorgde medewerkster, met de melding van technische mankementen van twee Stints in Amsterdam, werd wel naar de Kamer gestuurd. Het tweede proces-verbaal, waarin de medewerkster zei dat haar verhaal over de mankementen te veel gewicht had gekregen, werd pas gisteren naar de Kamer gestuurd.

Maar volgens Van Nieuwenhuizen heeft veel andere informatie meegespeeld bij het besluit de Stints van de weg te halen, zoals het onderzoek van de ILT. "De verklaringen van deze meldster hebben niet de doorslag gegeven", zegt de bewindsvrouw.

Verkeersveiligheid

De minister kreeg vandaag ook gelijk van de rechtbank in Utrecht in een kort geding dat een kinderopvang had aangespannen om het Stint-verbod van tafel te krijgen. "De minister heeft toegelicht dat het besluit is genomen met het oog op de verkeersveiligheid en dat dit belang alle andere belangen aan de kant zet. Een niet-onredelijk besluit," aldus de rechtbank.

Het debat wordt aanstaande dinsdag voortgezet omdat de Tweede Kamer pas verder wil na aanvullende schriftelijke informatie van de minister over het onderzoek van de ILT naar de melding over Stints met mankementen in Amsterdam.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl