Brazilianen in de rij om te stemmen bij de eerste ronde van de verkiezingen
NOS Nieuws

Braziliaan gelooft nepnieuws van buurman eerder dan feiten in de krant

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

Het werd op WhatsApp veelvuldig gedeeld: de Braziliaanse presidentskandidaat Fernando Haddad van de Arbeiderspartij zou kinderen op vroege leeftijd bij hun ouders willen weghalen. En hij zou melkflesjes voor baby's hebben verspreid met een tuitje in de vorm van een penis om homoseksualiteit te promoten.

Het zijn twee van de vele voorbeelden van nepnieuws die circuleren bij de presidentsverkiezingen in het Latijns-Amerikaanse land. "Het is zo overduidelijk nep", zegt correspondent Marc Bessems. "Maar mensen geloven het toch."

Zondag is de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Het gaat tussen Haddad en de uiterst rechtse Jair Messias Bolsonaro. In de peilingen staat Bolsonaro op een ruime voorsprong. Hij wordt gezien als de Zuid-Amerikaanse versie van Donald Trump.

Belang zendtijd stuk kleiner

Deze verkiezingen zijn anders dan voorheen, vertelt Bessems: "Voor het eerst hebben sociale media een grote invloed. Je moet bedenken dat in 2014 en daarvoor de kandidaat met de meeste zendtijd voor politieke partijen op tv won. De partij die het grootst is, krijgt de meeste zendtijd. Dus daarmee was de uitslag op voorhand vaak al duidelijk."

Dit jaar is dat niet zo: Bolsonaro heeft zich aangesloten bij een nietszeggende partij en kreeg voorafgaand aan de eerste ronde slechts acht seconden zendtijd. Toch won hij die ronde. Nu staat hij opnieuw op dikke winst. De rechtse politicus heeft veel succes door gebruik te maken van sociale media.

Berichten op Facebook en WhatsAppgroepen zijn belangrijke manieren geworden om mensen te benaderen, maar het zijn tegelijkertijd kanalen waar nepnieuws makkelijk zijn weg naar grote groepen mensen vindt. Beide kanten van het politieke spectrum maken er gebruik van, al merkt Bessems dat vooral vanuit de rechterflank desinformatie de wereld in wordt geholpen. Links viel wel op met een video waarin het leek alsof Bolsonaro zei dat hij zich in de Tweede Wereldoorlog zou hebben aangesloten bij de nazi's.

Het is typisch Braziliaans om je buurman meer te vertrouwen dan een krant.

Correspondent Marc Bessems

Wat de verspreiding van desinformatie daarnaast versterkt is het wantrouwen in de instituties. "Mensen geloven het hier eerder als iemand je iets doorstuurt op Facebook dan wanneer het wordt verteld in het journaal", zegt José Carlos Aguiar, universitair docent Latijns-Amerikastudies aan de Universiteit Leiden. "Dat komt doordat media lang een politiek wapen zijn geweest; mediabedrijven kregen pas een vergunning na het maken van politieke afspraken."

Bessems herkent dit: het is typisch Braziliaans om je buurman meer te vertrouwen dan een krant, zegt hij. En als die buurman dan dus nepnieuws verspreidt, gelooft iemand dat eerder dan wanneer de krant de feiten presenteert.

Niet kunnen zien wat er gebeurt

Toen in 2016, bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen, voor het eerst duidelijk werd dat sociale media konden worden gebruikt voor de verspreiding van nepnieuws speelde zich dit vooral op Facebook af. Dat had een voordeel: zowel onderzoekers als Facebook zelf konden het monitoren en hadden (achteraf) enigszins een beeld van wat er gebeurde.

In Brazilië ligt dat een stuk ingewikkelder. Dat komt doordat Latijns-Amerikaanse land WhatsApp enorm populair is. Zo'n 120 miljoen mensen hebben het op hun telefoon staan, op een bevolking van 208 miljoen. "Ik doe hier alles via WhatsApp", zegt Bessems.

In Brazilië proberen factcheckers nepnieuws aan te pakken. Correspondent Marc Bessems ging bij hen kijken:

'Brazilianen geloven sneller hun bekenden dan officiële instanties'

Nu staat Brazilië niet alleen in die populariteit. Ook in Nederland wordt de app door miljoenen mensen gebruikt. Een van de dingen van de dingen waar de app om bekendstaat, is de end-to-end-encryptie. Dit betekent dat alleen de zender en ontvanger(s) het bericht kunnen zien. WhatsApp kan niet meekijken, moederbedrijf Facebook kan niet meekijken en de overheid ook niet.

Dat vinden veel mensen fijn, het zorgt voor privacy. Maar het betekent ook dat het niet te zeggen is in welke mate er nepnieuws wordt verspreid via de chatapp. Wel ziet Bessems dat chatgroepen in WhatsApp worden gebruikt om de nepberichten met elkaar te delen.

"Er is nog geen goed antwoord op dit probleem", zegt universitair docent Aguiar. "We moeten ons bewuster worden van welke informatie en meningen er zijn."

De ideologische blindheid is hier is zo groot.

Correspondent Marc Bessems

"Je merkt dat mensen die een hoge opleiding hebben genoten - van wie je zou verwachten dat zij nepnieuws van echt kunnen onderscheiden - het gewoon delen", zegt Bessems. "De ideologische blindheid is hier is zo groot. En dat is heel deprimerend."

Er worden wel pogingen gedaan om dit probleem aan te pakken. Er zijn verschillende organisaties die het nepnieuws proberen te ontkrachten. Maar dat lijkt een gebed zonder einde. Een van die clubs is Comprova. Zij hebben tot nu toe zo'n 60.000 berichten op sociale media gezien en verwachten er voor de verkiezingen in totaal zo'n 140 tot 150 berichten te hebben gecontroleerd (bij een eerdere meting, toen met 124 berichten, was 90 procent nepnieuws).

Het is een samenwerking tussen diverse mediapartijen. En eerder deze maand moest Facebook van de Braziliaanse verkiezingsrechter 33 nepnieuwsverhalen verwijderen die gingen over de vicepresidentskandidaat van de Arbeiderspartij.

Factchecks op tv

Wat de precieze invloed is van de nepnieuwsberichten, is niet te zeggen. Sérgio Lüdtke, directeur van Comprova, zegt in gesprek met Bessems dat hij vreest dat het gevolgen kan hebben voor de verkiezingsuitslag. Lüdtke benadrukt tegelijkertijd dat hij daar geen bewijs voor heeft.

"Gelukkig wordt ons werk wel elke avond op tv getoond - wat 15 miljoen kijkers zien - en het staat in de kranten. Het leidt er dus wel toe dat mensen praten over nepnieuws, dat is belangrijk. Hopelijk leidt het er ook toe dat mensen zich bewuster worden van het probleem en dat ze vaker zullen twijfelen over de informatie die ze ontvangen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl