Veiligheidsgevoel mbo'ers daalt, 'oplossing ligt niet in een laatje'
Drugsgebruik, wapenbezit, agressie, diefstal en vernieling: al deze vormen van ongewenst gedrag kwamen vorig jaar meer voor in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) dan vier jaar geleden.
Geen wonder wellicht dat het veiligheidsgevoel onder studenten flink is afgenomen. In 2014 voelde nog 96 procent zich veilig, vorig jaar was dat gedaald naar 83 procent, bleek uit de Monitor Sociale Veiligheid die onderwijsminister Van Engelshoven vandaag naar de Tweede Kamer stuurde.
Een belangrijke kanttekening daarbij is wel dat het aantal studenten dat zich onveilig voelt op school, niet net zo sterk is gestegen. Dat percentage ging namelijk van 2 naar 3 procent. Het grote verschil wordt gemaakt door studenten die neutraal hebben geantwoord. De onderzoekers zeggen desalniettemin dat ze het idee hebben dat het veiligheidsgevoel is afgenomen, omdat ook de verschillende vormen van ongewenst gedrag zijn toegenomen.
Ze weten niet waar ze terecht kunnen of ze denken dat er niets met hun klacht wordt gedaan.
Mbo-studentenorganisatie JOB schrikt niet van de uitkomsten van het onderzoek. "Een soortgelijke trend zien we in onze eigen monitor", zegt een woordvoerder. "Wij zijn vooral heel benieuwd naar hoe dit verder wordt opgepakt."
Volgens JOB melden veel mbo-studenten problemen met ongewenst gedrag niet aan hun school. "Dat komt doordat ze niet weten waar ze terecht kunnen of ze denken dat er toch niets met hun klacht wordt gedaan."
Ook JOB zelf krijgt hierover nauwelijks berichten van studenten. "We zouden graag willen dat ze met ons contact opnemen. Wij rapporteren die klachten weer aan de Onderwijsinspectie. Ook spreken we de scholen erop aan. En we helpen de studenten om de klachtencoördinator te vinden."
Vertrouwenspersoon of klachtenprocedure
Sinds vorig jaar is het klachtrecht op het mbo wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat scholen een officiële klachtenprocedure moeten hebben. Hoe die eruitziet, verschilt van school tot school.
Verschillende scholen benadrukken op hun websites dat het belangrijk is om de persoon aan te spreken op zijn gedrag. Mocht dat niet helpen, of als studenten dat niet durven, kunnen ze terecht bij hun mentor of een vertrouwenspersoon. Die laatste is er speciaal om te helpen en alles wat studenten daar zeggen is vertrouwelijk, daar mag hij of zij niets over vertellen zonder hun toestemming.
Als de problemen zo niet worden opgelost, dan kunnen studenten een klacht indienen, die door medewerkers van de school of van daarbuiten wordt behandeld.
We kunnen geen laatje opentrekken met de oplossing.
Brancheorganisatie MBO Raad erkent dat de bekendheid van het sociale veiligheidsbeleid groter kan. Ook kan de betrokkenheid van medewerkers en studenten bij het beleid verbeteren.
"We nemen de uitkomsten van het onderzoek zeer serieus", zegt voorzitter Ton Heerts. "Maar ze zijn niet eenvoudig te duiden. We kunnen geen laatje opentrekken met de oplossing."
Heerts zegt dat de mbo-scholen weten wat ze moeten doen om studenten met problemen te wijzen op mensen die kunnen helpen. "Wij gaan ze daarin nog beter ondersteunen. We willen weer een opwaartse lijn."