VS: Syrië maakt chemische wapens gereed in Idlib
Er is "veel bewijs" dat de Syrische regeringstroepen chemische wapens gereedmaken in de Syrische provincie Idlib. Dat zegt de Amerikaanse gezant voor Syrië, Jim Jeffrey, tegen persbureau Reuters. Als de regering van president Assad het langverwachte offensief op het rebellenbolwerk begint, zou dat een "roekeloze escalatie" zijn, zegt hij.
"Ik ben er zeer zeker van dat we zeer, zeer goede redenen hebben om deze waarschuwingen te geven", zei Jeffrey. Hij gaf verder geen toelichting op die redenen en de vele bewijzen die hij zegt te hebben. Wel waarschuwde hij dat de Verenigde Staten zullen reageren als Syrië of Assads bondgenoten een chemische aanval uitvoeren.
De Syrische regering heeft altijd ontkend chemische wapens te gebruiken. De Organisatie op het verbod op chemische wapens (OPCW) concludeerde in het verleden dat het Syrische regime wel degelijk gebruik heeft gemaakt van de verboden wapens. Bij de laatste grote gifgasaanvallen in Syrië heeft de OPCW niet vastgesteld of het regime verantwoordelijk was, omdat dat buiten het OPCW-mandaat viel.
'Nepaanval'
Rusland, een belangrijke bondgenoot van Assad, heeft eerder gezegd dat militanten in Idlib een chemische aanval in scène willen zetten om zo een militaire interventie uit te lokken. Volgens de VS zijn er geen inlichtingen die daarop wijzen.
Wie vecht nog tegen wie? Waarom Idlib? En hoe zijn we op dit punt beland? NOS op 3 blikt terug op 7,5 jaar oorlog in Syrië:
De noordwestelijke provincie Idlib is het laatste grote bolwerk van gewapende rebellen. Toen president Assad delen van Syrië heroverde, stond hij de rebellengroepen die zich niet wilden overgeven toe om met bussen naar Idlib te vertrekken.
Naar schatting zijn er tienduizenden strijders in Idlib, samen met de oorspronkelijke bewoners en vluchtelingen. Het inwonertal van de provincie wordt geschat op tussen de 2,5 miljoen en 3 miljoen. Internationaal zijn er grote zorgen dat een offensief van het Syrische regeringsleger tot een humanitaire ramp kan leiden.
Jeffrey roept op tot een diplomatieke oplossing voor de Syrische burgeroorlog nu de eindstrijd in zicht lijkt. Hij zegt dat president Assad geen toekomst heeft als leider van het land, maar vindt dat het niet aan de VS is om hem omver te werpen. Wel ziet hij een rol voor de VS en Rusland bij een politieke transitie in Syrië.
Top in Teheran
Vandaag is er in Teheran een topbijeenkomst met de leiders van Turkije, Iran en Rusland over de situatie in Idlib. Die landen hebben allemaal een eigen agenda in het Syrische conflict en moeten zelf ook weer rekening houden met Amerikaanse reacties op een escalatie in de regio.
"De Turken willen allereerst voorkomen dat er een grote groep van mogelijk 2,5 miljoen vluchtelingen naar hen toekomt", zegt Midden Oosten-correspondent Marcel van der Steen in het NOS Radio 1 Journaal. "Maar Turkije ziet Idlib ook als zijn verantwoordelijkheid. Er zitten rebellen in het gebied die door Turkije zijn gesteund en het land heeft er observatieposten ingericht."
Syrië is er zelf niet bij in Teheran en laat zich vertegenwoordigen door Iran en Rusland. "Het zegt iets over de verhoudingen. Assad was zonder de militaire steun van Rusland en de milities van Iran nergens geweest. Dankzij beide landen heeft hij Syrië opnieuw in handen gekregen. Assad zit niet aan tafel omdat ze het ook zonder hem kunnen."