Historicus Hermann von der Dunk was geen archiefrat, maar meeslepend verteller
In zijn woonplaats Bilthoven is gisteren de historicus Hermann von der Dunk op 89-jarige leeftijd overleden. Hij was van 1967 tot 1990 hoogleraar eigentijdse geschiedenis (vanaf 1870) en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Zijn familie heeft zijn overlijden bevestigd tegenover de NOS.
Von der Dunk was een verhalend historicus, die op meeslepende wijze kon vertellen en daarbij de grote thema's niet schuwde. Hij schreef voordat hij met emeritaat ging 400 artikelen en vijf boeken, waaronder een boek over het conservatisme en een over de holocaust.
Net als de deze week eveneens overleden Leidse historicus Henk Wesseling wist hij niet alleen vakgenoten, maar ook een breder publiek aan te spreken. "Waar Wesseling zich ten doel stelde Frankrijk aan de Nederlanders uit te leggen, legde mijn vader Duitsland uit", zegt zijn zoon Thomas von der Dunk, die zelf ook historicus is.
Geen archiefrat
Daarbij was hij volgens zijn zoon geen archiefrat: "De laatste keer dat hij een archief zag, was toen hij omstreeks 1960 werkte aan zijn dissertatie." Hij baseerde zich op literatuur en gebruikte zijn belezenheid om over geschiedenis te denken en erover te schrijven.
Zijn inspiratie haalde hij daarbij niet altijd van vakgenoten. "Voor mijn visie op de wereld heb ik minstens zoveel gehad aan de grote schrijvers", zei hij zelf daarover. "Van de bezetting kom je vaak meer en diepere dingen te weten als je Hermans en Mulisch leest, dan wanneer je een boek hebt - hoe knap ook - van een historicus die de bezetting zelf niet heeft meegemaakt."
Nadat Hermann von der Dunk van de universiteit was vertrokken, had hij zijn handen vrij en publiceerde hij nog eens twaalf boeken, waaronder het breed opgezette, tweedelige opus magnum De verdwijnende hemel. Over de cultuur van Europa in de twintigste eeuw. Hij ging tot op hoge leeftijd door: twee jaar geleden verscheen nog zijn essaybundel De wereld als getal. En andere broze zekerheden.
Joods
Von der Dunk werd in 1928 geboren in Bonn. Het gezin-Von der Dunk verliet in 1937 nazi-Duitsland, omdat zijn moeder Joods was en zijn vader daardoor geen werk meer kon krijgen. Dankzij contacten in Nederland kon Von der Dunks vader aan de slag bij de school van Kees Boeke in Bilthoven, waar Von der Dunk zijn hele leven is blijven wonen.
Zijn moeder hoefde in de oorlog niet onder te duiken, omdat ze met een niet-Joodse man was getrouwd. Von der Dunks grootmoeder dook wel onder, bij haar dochter.
Bach
Na de oorlog besloot het gezin in Nederland te blijven. Hermann von der Dunk was inmiddels volledig tweetalig en ging na de middelbare school in Utrecht geschiedenis studeren, al had hij meer passie voor muziek - hij zei later dat zijn hele bibliotheek verbleekte bij één Bachcantate. Ook zei hij eens dat niets gelukkiger maakte dan luisteren naar de 18e eeuwse Oostenrijkse componist Haydn.
In 1959 keerde hij voor zijn proefschrift terug naar Duitsland. Hij woonde twee jaar in Mainz en kon daar aan de universiteit blijven werken, maar omdat hij zich juist daar Nederlands voelde, besloot hij terug te keren naar Nederland. Wel sprak de Duitse taal hem volgens zijn zoon in zijn diepste emoties meer aan dan het Nederlands. "Dat was wel het vooroorlogse Duits, niet het meer steriele Duits van na de oorlog."
Von der Dunk ging lesgeven aan een middelbare school, maar kon al snel terecht aan de Universiteit Utrecht. Toen zijn voorganger plotseling overleed, kon hij hoogleraar contemporaine geschiedenis worden.
Levendig
Als docent boeide hij generaties studenten met zijn levendige verteltrant. Profiterend van zijn ervaring als toneelspeler, wist hij in zijn colleges met een dynamische mimiek en op zeer welsprekende wijze de details van de geschiedenis te verbinden met de grote lijnen. Daarbij kon hij historische figuren als Hitler en de Duitse keizer Wilhelm II perfect imiteren.
Omdat hij een professor van de oude stempel was die zich liefst niets gelegen liet liggen aan besturen, commissies en anderen die bepaalden wat hij moest doen, voelde hij zich op de universiteit steeds minder thuis. In 1990 ging hij vervroegd weg. In NRC Handelsblad constateerde hij bitter dat terwijl in Oost-Europa het communisme instortte, op de universiteit "een soort Stasi-systeem" werd ingevoerd.
Von der Dunk laat een echtgenote, twee zoons en een dochter na.