ProRail: het spoor begint vol te raken
Het wordt steeds drukker op het Nederlandse spoor. De ruimte begint zijn grenzen te naderen, zegt spoorbeheerder ProRail. Om het groeiend aantal reizigers op te vangen gaan volgend jaar meer treinen rijden. Volgens ProRail is het een steeds grotere uitdaging om die allemaal in te plannen en dreigt binnen tien jaar een capaciteitsprobleem.
ProRail geeft de waarschuwing bij de bekendmaking van de capaciteitsverdeling voor de dienstregeling van 2019. Daarin zijn meer dan 2,2 miljoen ritten voor passagierstreinen gepland. Die zullen samen 165 miljoen kilometer afleggen. In 2004 lag het aantal treinkilometers door passagierstreinen nog op 129 miljoen.
"Het past nog wel, maar we merken dat we langzaam aan de grens van het netwerk beginnen te komen", zegt Wouter van Dijk, directeur vervoer en dienstregeling van ProRail. "Er komen steeds meer treinen. Ook de NS heeft nieuwe treinen besteld. We bekijken nu samen waar we die neer kunnen zetten en dan wordt het krap. Ik denk dat we het tot 2025-2030 nog wel redelijk kwijt kunnen. Maar daarna moeten we gaan nadenken over andere oplossingen."
Het past nog wel, maar we komen aan de grens van het netwerk
Ook goederentreinen zorgen voor steeds meer drukte op het spoor. Voor 2019 staan nu al 8 procent meer goederentreinen gepland dan voor dit jaar.
Meer spoor lastig
Er ligt nu meer dan 7300 kilometer spoor in Nederland. Volgens ProRail heeft extra spoor weinig zin en is het ook lastig om meer spoor aan te leggen, omdat er weinig ruimte meer is voor nieuw spoor.
Innovaties kunnen volgens ProRail de drukte op het spoor enigszins verlichten. Zo wordt de dienstregeling vanaf 2020 nauwkeuriger ingepland: niet langer per minuut, maar per 6 seconden. Het gaat om de interne planning voor de spoorbeheerder en de vervoerders. Voor reizigers verandert er niets, zij blijven de dienstregeling per minuut zien.
Ook werkt ProRail aan een nieuw systeem om in te spelen op veranderingen in de planning. Met de tool Time Table Redesign kunnen treinen eenvoudiger worden ingepland. Dat is vooral handig voor goederenvervoer, omdat die ritten onvoorspelbaarder zijn. 96 procent van de geplande goederentreinen rijdt op een andere tijd of plek dan vooraf gedacht.
Vervoerders
"Ook vervoerders moeten inventiever worden", zegt Van Dijk. "Er kan ook meer capaciteit gecreëerd worden door treinen op een andere manier te laten rijden." Hij denkt ook aan ander soort treinmaterieel, bijvoorbeeld meer metro-achtig. Dat is lichter, en dus is de remweg korter. "Op de spoorlijn langs de A2, tussen Amsterdam en Eindhoven, rijden er zes intercity's per uur", aldus Van Dijk. "Daar moeten nog vier sprinters en een goederentrein per uur tussendoor. Dan kun je voorstellen dat het krap wordt."
Zaterdag zei NS-topman Roger van Boxtel ook al dat de grens van het spoorsysteem bijna is bereikt. "Elk jaar kiezen meer mensen voor de trein. Daar zijn we blij mee. Tegelijk vergroot dat de kans op drukte en vertraging", aldus Van Boxtel.