'Havist uit bijstandsgezin ziet af van doorstuderen vanwege leenstelsel'
Het leenstelsel voor studenten heeft waarschijnlijk een afschrikkende werking op havisten uit bijstandsgezinnen. Het aantal kinderen met ouders in de bijstand dat vanaf de havo direct doorstroomt naar het hbo, is 9 procentpunt lager dan voor de invoering van het leenstelsel, concluderen onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Universiteit van Amsterdam (UvA).
Sinds 2015 is de basisstudiebeurs voor studenten aan het hbo en de universiteit geen gift meer, maar een lening. Gevreesd werd dat het vooruitzicht op een flinke studieschuld studenten uit armere gezinnen zou afschrikken te kiezen voor een vervolgstudie na de havo of het vwo.
Uitzichtloze situatie
Die "leenschuwheid", zoals CBS-onderzoeker Ruben van Gaalen dit effect noemt, speelt in ieder geval een rol bij havo-scholieren uit bijstandsgezinnen. "Dit is een van de voorbeelden van toenemende sociale ongelijkheid in het onderwijs", zegt Van Gaalen. "Want waarom zou je na de havo wat anders gaan doen dan doorleren", vraagt hij zich af. "Dat moet wat te maken hebben met de angst een lening aan te gaan. Het vertrouwen in de toekomst is lager als je je ouders in een uitzichtloze situatie ziet."
Uit eerder onderzoek in opdracht van toenmalig minister Bussemaker (Onderwijs) bleek dat het leenstelsel geen negatief effect had op het aantal scholieren dat doorleert. Die conclusie blijkt nu maar ten dele te kloppen. Bij het grootste deel van de leerlingen (uit rijke en arme gezinnen) heeft het stelsel geen negatief effect, onderschrijft ook Van Gaalen. Maar op de havisten uit de allerarmste milieus dus wel.
Overigens gaat dit over een kleine groep; 2,2 procent van de havoleerlingen komt uit een gezin waarin niemand een inkomen heeft uit werk. Kinderen uit bijstandsgezinnen op het vwo (1,2 procent van de leerlingen) gaan ongeveer net zo vaak naar de universiteit als voorheen. Ook gaan deze leerlingen vaker naar de universiteit dan scholieren uit rijkere gezinnen. De onderzoekers denken dat deze kinderen extra gemotiveerd zijn, omdat het zo zeldzaam is om vanuit een bijstandsmilieu op het vwo terecht te komen.
Wél regeling voor armere gezinnen
Het is niet duidelijk of de leenschuwheid de enige reden is dat 'bijstandshavisten' minder vaak direct doorstromen naar het hbo, dus vaker kiezen voor werk, het studeren uitstellen, doorgaan naar het vwo of kiezen voor het mbo - waar de basisbeurs nog wel bestaat. Een bijkomende verklaring kan bijvoorbeeld zijn dat nog niet iedereen bekend is met de aanvullende regeling voor armere gezinnen. De aanvullende studiebeurs en de studenten-ov-kaart worden in hun geval namelijk wel een gift als een studie binnen tien jaar wordt afgerond. Ook moet nog worden onderzocht of de afname de komende jaren standhoudt.
Van Gaalen wil het leenstelsel daarom nog niet helemaal afschrijven. Hij wil eerst onderzoeken wat de exacte beweegredenen zijn om niet meteen naar het hbo te gaan. "Het is te vroeg om te zeggen dat het leenstelsel is mislukt, maar deze resultaten zijn een goede reden voor vervolgonderzoek, want dit kan niet de bedoeling zijn van het sociaal leenstelsel. Het woord sociaal staat er niet voor niets bij."